Blok 1 les 5 Online identiteit

 Online identiteit
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 Online identiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Sociale identiteit
Identiteitscirkel
Kletskaarten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Online identiteit

Slide 3 - Tekstslide

Online identiteit
- Ontstaat door jezelf en door anderen
- Grotendeels een representatie van jouw offline identiteit
- Hoe indentificeer jij je tegenover anderen?
- Hoeveel tijd besteed je social media?
- Hoe vaak post je iets op social media?
- Gebruik je nicknames of je echte naam?
- Heb je een open of gesloten profiel
- Gevaren, welke wel of niet
- reageer of like je veel?
-verwijder je dingen waar je weinig likes op hebt?

Deze les
Online identiteit
Posts op social media
Identiteit en de toekomst

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel uur besteed jij
op sociale media?
024

Slide 5 - Poll

Doe: Laat de leerlingen op hun mobiel kijken (of ongeveer schatten) hoeveel uur zij ongeveer op sociale media per dag zitten.

Behandel de interactieve onderdelen in de klas met www.lessonup.app. Hebben de leerlingen geen devices? Behandel de vragen/opdrachten dan klassikaal.

Hoevaak post je iets op socials?

Slide 6 - Poll

Doel: Een gemiddeld beeld krijgen hoevaak de leerlingen in de klas iets posten op sociale media. Kom hier gedurende de les op terug.

De antwoorden zijn eerst anoniem. Bepaal zelf, afhankelijk van de klasveiligheid, of je de namen van de leerlingen bij de antwoordopties wil tonen.
online identiteit ?
timer
1:00
Aan welke woorden
denk jij bij het woord

Slide 7 - Woordweb

Woordweb - 1 minuut braindump
Doel: Voorkennis activeren
Doe: Laat de leerlingen zoveel mogelijk woorden die in hun opkomen opschrijven via www.lessonup.app. Hebben de leerlingen geen device? Laat ze dan schrijven op papier.

Neem vervolgens de antwoorden van de leerlingen door. Welke antwoorden kwamen vaker voor? Kunnen jullie categoriëen maken tussen de gegeven antwoorden?

1. Grondwet en grondrechten
Identiteit
Imago

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht - Identiteit vs Imago
Duur: 5-10 minuten
Benodigdheden:  twee kleuren post-its voor alle leerlingen

Hoe werkt het?
  • Maak drie- of viertallen.
  • Laat de leerlingen drie eigenschappen opschrijven over zichzelf op de ene kleur post-it en drie eigenschappen over een ander in de groep die ze bij diegene vinden horen op de andere kleur post-it. Zorg dat iedereen minstens een post-it van een ander krijgt.
  • De leerlingen kunnen de woorden op de achtergrond gebruiken als inspiratie.
  • Om de beurt mogen leerlingen post-it's van de andere(n) ontvangen. Dit is hun imago. Laat de leerling daarna zijn eigen post-it tonen. Dit is hun identiteit.
Vraag
  • Hoe erg verschillen de identiteiten van de imago's van de leerlingen?
  • Waardoor hebben ze die imago's gekregen?
1. Grondwet en grondrechten
Offline identiteit
Online identiteit

Doordat je iemand direct spreekt, heb je controle over de informatie
die je verspreidt.

Het beeld wat jij anderen geeft door je: 




Optelsom van alle informatie die over jou online beschikbaar is. Dat wat jij laat zien en wat anderen over jou posten. Jouw informatie eenvoudig beschikbaar.

Het beeld wat jij anderen geeft door je: 



  • uiterlijk
  • leefwijze
  • taalgebruik
  • kleding
  • vrienden
  • hobby’s, etc.
  • berichten
  • foto's
  • video's
  • taalgebruik
  • likes
  • statusupdates, etc.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat deel jij online?
Een vakantiefoto

Slide 10 - Poll

Slide 12 t/m 16: Polls - Wat post jij online?
Doel: Reflecteren wat de leerlingen online posten.
Doe: Laat de leerlingen de vijf stellingen zien: vakantiefoto, foto van een feestje, foto voor je huis, foto van een rommelige slaapkamer, posten dat het slecht gaat.

Stel vervolgens de vraag waarom ze dit wel/niet delen online.

Geen devices?
Gebruik dan een van de volgende opties:
  • Over de streep: Laat de leerlingen naar voren stappen als ze het wel zouden posten.
  • Gaan staan als ze het wel zouden delen.
  • Hand opsteken als ze het wel zouden delen.

Wat deel jij online?
Foto van een feestje

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Wat deel jij online?
Foto voor je huis

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Wat deel jij online?
Rommelige slaapkamer

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Wat deel jij online?
Dat het slecht gaat.

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Wat bepaalt of jij iets deelt
op sociale media ?

Slide 15 - Open vraag

Open vraag: Wat bepaalt of de leerlingen iets delen op sociale media? Deze vraag is anoniem.

Reflecteer met deze vraag terug op de vijf polls. 
  • Wanneer posten de leerlingen iets wel en wanneer niet? 
  • Welke regels hebben de leerlingen voor zichzelf? 
  • Welke antwoorden zie je vaker terugkomen?
1. Grondwet en grondrechten
  • persoonlijke gegevens:
     adres, telefoonnummer
  • posten terwijl je op vakantie bent
     inbraakgevoelig
  • Zonder toestemming foto’s delen
     waar anderen op staan.
  • Foto’s met gevoelige gegevens
Wat is niet verstandig om te delen?

Slide 16 - Tekstslide

Vertel: Als iets eenmaal op het internet staat, is het erg lastig om het er af te halen.

Optioneel: maak het persoonlijk door een persoonlijk voorbeeld te delen.

Wil je met jouw klas meer leren over online gedrag? Bekijk de lessenreeks 'Verstandig delen' van de Internethelden.

Slide 17 - Video

Video (duur: 2 minuten)
Doe: Bekijk de video 'Amazing mind reader reveals his 'gift''. (link: https://youtu.be/F7pYHN9iC9I)

Stel je gaat later ergens stage lopen of werken.
Hoeveel procent van de werkgevers zal denk je een kijkje
nemen naar jouw sociale media voor ze je aannemen?

0100

Slide 18 - Poll

Doe: Laat de leerlingen schatten hoeveel procent van de werkgevers (toegeven te) kijken naar je sociale media voordat ze je aannemen?

Het gemiddelde antwoord van de leerlingen verschijnt op het scherm.

Het juiste antwoord is: + 70%.
Meer dan 70% van werkgevers blijkt te kijken naar je sociale media voordat ze je aannemen. Sterker nog, 54% zegt dat ze iemand soms niet aannemen vanwege wat ze daar hebben gezien. Dus die ene post of foto kan best belangrijk zijn in de toekomst!
1. Grondwet en grondrechten


wordt een volledige eerste indruk gevormd. In deze paar seconden vorm je een oordeel over deze persoon.
In 30 seconden 

Slide 19 - Tekstslide

Informatieve slide
Vertel: In 30 seconden wordt een volledige eerste indruk van een persoon gevormd.

Wist je dat, door het zogeheten primacy-effect, de eigenschappen die als eerst worden genoemd en onthouden, langer blijven hangen en een grotere invloed hebben op het beeld dat je hebt van iemand?

Ook de negativity bias speelt een rol bij het vormen van een eerste indruk. Wij hebben de neiging meer waarde te hechten aan iets negatiefs dan aan iets positiefs. Dit maakt het lastiger om een eerste indruk te veranderen.

Jij bent de eigenaar van restaurant Flihite in Utrecht. Je neemt graag één iemand
aan voor een loopbaan oriëntatie stage. Bekijk de profielfoto's van de kandidaten. 


timer
0:30
Wie zou jij aannemen op basis van z'n profielfoto?

Slide 20 - Poll

Vertel: Jij bent de eigenaar van restaurant Flihite in Utrecht. Je neemt graag iemand aan voor een loopbaan oriëntatie stage.
Bekijk de posts van de kandidaten. Wie zouden de leerlingen wel aannemen?

Vraag door: waarom?

Waarom koos jij
deze medewerker?

Slide 21 - Open vraag

Open vraag: Op basis waarvan koos
jij jouw medewerker?
1. Grondwet en grondrechten
Open www.google.nl en tik daar je eigen naam in het zoekvenster.
Stel jezelf de volgende vragen:
  • Wat vind je van/ over jezelf?
  • Zie je vreemde dingen van of over jezelf?
     Waar komen ze vandaan?
  • Staan er foto’s van jou bij die jij niet zelf hebt geplaatst?
     Haal deze als je denkt 'dit kan eigenlijk niet meer' weg.
Wat ga je doen? (5 minuten)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat plaats je wel & wat niet?
Wat plaats je wel en niet?
- vakantie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies