Les9 ZH4 Ges1 21-09-23

Startklaar:
- Telefoon in Zakkie
- Op tafel:
        - Map
        - Feniksboek
        - Laptop
        - Naambordje
        - Zakkie
Welkom bij de Geschiedenisles ZH4!
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Startklaar:
- Telefoon in Zakkie
- Op tafel:
        - Map
        - Feniksboek
        - Laptop
        - Naambordje
        - Zakkie
Welkom bij de Geschiedenisles ZH4!

Slide 1 - Tekstslide

Plan van de les:
Afmaken herhaling/opdrachten
- Uitleg + opdracht over val West-Romeinse Rijk
- Pauze
- Uitleg leenstelsel en hofstelsel


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Ontwikkeling van Rome:
  • Een dorpje in een Griekse wereld
  • Gesticht in 753 v.C. (volgens een mythe)
  • Geregeerd door koningen tot 509 v.C. 
  • Na 509 v.C. werd Rome een republiek (dus zonder koning)
  • ---> Veel uitbreidingsoorlogen, het imperium werd groter
  • Rond 49 v.C. oorlogen tussen Romeinse generaals: Caesar wint. Vanaf 27 v.C. wordt Rome een keizerrijk

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 16:
Waarom was de strategie van "verdeel en heers" handig voor de Romeinen bij het in standhouden van het Rijk?
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 17:
Hoe heet het proces waarbij de Romeinen hun cultuur (wetten, bouwstijlen, belasting, sanitair, handel etc.) oplegden aan andere volkeren?

timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Dus:
  • Rome was zelf zeer beïnvloed door de Grieken (bijvoorbeeld bouwstijlen, goden)
  • Het Romeinse Rijk groeide enorm door veroveringen van het sterke leger
  • Veroverde gebieden werden geromaniseerd: Zelfde wetten, zelfde bouwstijlen, belasting, sanitair, handel. 
  • Romeinen waren flexibel als het ging om lokale hiërarchie (verdeel & heers) en godsdiensten.
  • Overwonnen volken konden burgerschap krijgen (na dienstplicht)

Slide 7 - Tekstslide

Grenzen aan het Romeinse Rijk
  • Grenzen = Limes
  • In vredestijd: handel, een paar forten met legioenen van het Romeinse leger, wachttorens
  • In oorlogstijd: via de nieuwe wegen werden meer soldaten opgetrommeld
  • lokale bestuurders wilden vrede, want dan konden ze hun macht houden
  • Einde 2e eeuw en 3e eeuw nC.:  Steeds meer invallen (Germanen), dus meer instabiliteit, dus minder handel, dus minder inkomsten 

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 18:
Waar of niet waar? 

Jezus was joods

timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Instabiele grenzen, maar 1 stabiel geloof

  • Flexibele Romeinen: verdeel en heers  - polytheïstisch
  • Joden (monotheïstisch) in Judea: vreemd, maar tolerantie
  • Tot 1 joodse man: Jezus Christus
  • Boodschap van tolerantie en hiernamaals ---> veel volgelingen
  • Joden in Judea voelen zich bedreigd ---> Jezus gekruisigd
  • Christendom verspreidt zich snel door Europa
  • Romeinen gaan er verschillend mee om (steeds toleranter)

Slide 10 - Tekstslide

Dus:
  • Nero (64 nC): christenen als zondebok --> vervolging
  • Plinius en Trajanus (110 nC): geen actieve vervolging, twijfel over straffen. Wel nog streven naar Romeins polytheïsme 
  • Licinius en Constantijn (313 nC): Vrijheid van geloof

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Keizer Constantijn
- Zou zich hebben bekeerd tot het 
Christendom in 312 nC
- Stelde geloofsvrijheid in in 313 nC

Was dit alleen maar een cultureel-religieuze 
keuze van hem?

Slide 13 - Tekstslide

Crisis van de 3e eeuw: veel gezeik
1. Tussen 235 en 284: Meer dan 50 soldatenkeizers, meer dan de helft vermoord.

--> Feesten
--> Ruzie
--> Chaos

Slide 14 - Tekstslide

Crisis van de 3e eeuw: veel gezeik
2. Germanen vielen steeds
 vaker het Romeinse Rijk binnen
 en moesten worden bestreden
 of afgekocht (allebei duur).

Slide 15 - Tekstslide

Crisis van de 3e eeuw: veel gezeik
3. Geen nieuwe veroveringen, dus geen nieuw buit, dus minder inkomsten voor het Romeinse Rijk.

--> meer belasting voor bevolking
--> Romeinse bevolking armer 


Slide 16 - Tekstslide

Crisis van de 3e eeuw: veel gezeik
4. Minder geld beschikbaar? Dan ook minder onderhoud van voorzieningen. Wegen verslechterden bijvoorbeeld, dus minder handel. 

Slide 17 - Tekstslide

Crisis van de 3e eeuw: veel gezeik
5. Niet alleen armer, maar ook onveiliger: geen bescherming meer van 1 Romeins leger. Mensen moesten zich steeds verhouden tot nieuwe Germaanse legers. 

Slide 18 - Tekstslide

Crisis van de 3e eeuw: veel gezeik
6. Steden krimpen. Mensen zoeken bescherming en werk op het platteland. 


Slide 19 - Tekstslide

Crisismanagement
284 nC: splitsing Romeinse Rijk door keizer Diocletianus:
West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk 

--> minder politiek gedoe, want kleiner Rijk
--> sneller de invallende Germanen bestrijden

Slide 20 - Tekstslide

395 na Christus: 
Definitieve splitsing in West- en Oostromeinse Rijk om bestuur makkelijker te maken

Slide 21 - Tekstslide

Toch werd het nog erger:
Vanaf de 5e eeuw vielen de Hunnen aan vanuit het Oosten. 

Slide 22 - Tekstslide

Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw


  • Europese stammen slaan op de vlucht voor de Hunnen
  • Trekken het onbewaakte Romeinse Rijk binnen (die zijn veel bezig met burgeroorlog)
  • Veroorzaken economische en sociale problemen (onveiligheid) 
  • Blijven vaak wonen in het rijk (culturele verandering)

Slide 23 - Tekstslide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De belangrijkste volken rondom het Romeinse Rijk tussen de 2e-5e eeuw
Hunnen
Angelen
Saksen
Vandalen
Visigoten
Ostrogoten

Slide 24 - Tekstslide

Val West-Romeinse Rijk
476 nC  

Het Oost-Romeinse Rijk ging nog even 1000 jaar verder, tot 1453

Slide 25 - Tekstslide

0

Slide 26 - Video

5 minuten pauze, 14u terug!

Slide 27 - Tekstslide

economisch
politiek
militair
hogere kosten
snelle opvolging van keizers
de Romeinse soldaten kunnen niet meer op tegen de Germanen

Slide 28 - Sleepvraag

Interne oorzaken
Externe oorzaken
Soldatenkeizers 
Migratie Hunnen
Splitsing keizerrijk
Inval Germaanse stammen 
Devaluatie Romeinse munten 
Plundering Rome

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Tekstslide

Jagers & verzamelaars
Landbouwsamenlevingen
Grieken & Romeinen
Vroege Middeleeuwen
Nomadisch
X
Agrarisch
X
X
Agrarisch-urbaan
X

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Tekstslide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.

Slide 43 - Tekstslide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het vierde deel van de serie heet Destruction, en lijkt op de inval van Rome door de Vandalen (in 455)
Een dreigende lucht met donkere wolken.
Een gebroken schild
Van een standbeeld ontbreekt het hoofd
Een vrouw wordt in het water gegooid
Een noodbrug die op instorten staat
Een vernielde brug.
Een paleis staat in brand: je ziet de vlammen

Slide 44 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
Kan je de kenmerkende aspect

De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.

Je (her)kent en begrijpt de negen kenmerkende aspecten van de Middeleeuwen. (R)

Je legt uit hoe volksverhuizingen hebben geleid tot de val van het Romeinse Rijk en de terugval naar een agrarische maatschappij

verder uitdiepen . 
Je begrijpt hoe het christendom is ontstaan en verspreid in de Oudheid (T1-T2-I)

Slide 45 - Tekstslide

Romeinen gebruikten de rivieren als handelsroutes voor zware ladingen
Rome had een aparte haven genaamd Ostia. Hier kwam graan en olie uit het hele Romeinse rijk aan om de bevolking van Rome te voeden (1 miljoen mensen) 
Goederen uit het hele rijk werden via de Middellandse zee vervoerd 
Het wegennetwerk van 250 000 km zorgde voor verbindingen tussen de Romeinse steden

Slide 46 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 
Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk. Het was een centrum van geweldadige entertainment (gladiatorenspelen). Dit vormde een belangrijk element van de Romeinse cultuur. 
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen. Er was plaats voor 250 000 mensen. 
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 gemaakt door de archeoloog en architect Italo Gismondi, in opdracht van de Italiaanse dictator Mussolini. Het laat Rome zien zoals het was rond 300 n. Chr.
Gismondi deed er in totaal 37 jaar over om het schaalmodel af te maken.
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Het gebouw bevat veel kenmerken van Griekse architectuur. 

Slide 47 - Tekstslide

Hervormingen: 
1. Heerser uit naam van God
Vanaf Diocletianus was de keizer niet meer de ‘eerste onder zijns gelijken’, maar een door de goden aangewezen heerser op afstand. Middeleeuwse vorsten namen dat beeld over.
2. Erfelijke beroepen
Beroepen gingen onder Diocletianus van vader op zoon over. Dat bleef zo in de middeleeuwen. Dit verminderde de sociale mobiliteit
3. Ontstaan horigheid
landloze boeren moesten vanaf nu werken voor een grondbezitter zonder zelf in aanmerking te komen voor grond of vrijheid. Zij waren gebonden aan het land (mochten niet weg) --> = horigheid
4. Machtige hertogen en graven
De troepen van Diocletianus werden plaatselijk geleid door een dux of comes, de wortel van de Engelse woorden duke (hertog) en count (graaf). Die titels bleven in stand in de middeleeuwen, toen hertogen en graven de sterkste heersers waren als het centrale gezag zwak was.




Slide 48 - Tekstslide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.

Slide 49 - Tekstslide

Nieuwe indeling samenleving:
De standenmaatschappij

  • Vechters & Leiders (van kleine gebieden/koninkrijkjes)

  • Bidders  (geestelijkheid) 

  • De rest (boeren en horigen) 


Slide 50 - Tekstslide

Welke economische veranderingen zijn er ten opzichte van de Romeinse tijd?

Slide 51 - Open vraag

Welke politieke veranderingen zijn er ten opzichte van de Romeinse tijd?

Slide 52 - Open vraag

Welke sociale veranderingen zijn er ten opzichte van de Romeinse tijd?

Slide 53 - Open vraag

Slide 54 - Link