Het bewegingsstelsel

Het bewegingsstelsel
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Het bewegingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waar werken wij naartoe?
Integratieve opdracht (aan het eind van deze module):
 Je krijgt een afbeelding van het skelet. De docent wijst een aantal botten aan en jij schrijft de namen in het Nederlands en Latijn op het antwoordblad. Vervolgens volgt een vraag over de temperatuurregulatie en over de zintuigen.
Tot slot wordt een afbeelding van het oog of van het oor getoond. De docent wijst een aantal onderdelen aan waarvan jij de naam op het antwoordblad noteert. De docent Anatomie fysiologie kijkt de opdracht na.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt de bouw en functie van het bewegingsstelsel beschrijven.
  • Je kunt een verband leggen tussen de bouw en de functie van het bewegingsstelsel.

Slide 4 - Tekstslide

Onderdelen bewegingsstelsel
  • Botten
  • Gewrichten
  • Pezen
  • Spieren

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de functies van botten/skelet in het lichaam?

Slide 6 - Open vraag

Alle botten samen vormen het skelet
Functies skelet:
Houding
Beweging
Bescherming
Opslag mineralen (calcium en fosfaat)
Beenmerg




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Opdracht
Jullie krijgen een A4 met een afbeelding van een skelet.
Zet de juiste benaming van het bot bij het streepje.
Duur: 10 minuten

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht (vervolg)
  1. Open Learnbeat
  2. Ga naar hoofdstuk 1: Anatomie en fysiologie
  3. Open hoofstuk 1.2: Het bewegingsstelsel 
  4. Ga naar onderdeel B: Skelet, gewrichten en spieren
  5. Bekijk bij hoofdstuk 2 de 3D visualisatie van het skelet
  6. Kijk of jouw antwoorden kloppen (tip: kijk ook naar de Latijnse benaming en schrijf deze op)
Duur: Max 20 minuten

Slide 10 - Tekstslide

Onderdelen van een bot
  • De vorm van botten verschilt. 
  • Er zijn lange botten (pijpbeenderen) zoals het dijbeen en platte botten zoals het borstbeen en schedelbotten. 
  • Daarnaast zijn er botten met andere vormen, zoals de wervels en de botjes van de handwortel en voetwortel.

Slide 11 - Tekstslide

Epifyse = botuiteinde

Diafyse = botschacht  

Slide 12 - Tekstslide

Samenstelling botweefsel
Botweefsel is een steunweefsel. 
Botweefsel bevat botcellen en tussenstof. 
De tussenstof ligt rondom de botcellen. 
De botcellen scheiden die tussenstof zelf uit. 
De tussenstof bestaat uit:

water en collagene vezels: deze maken het bot elastisch
calciumzouten (kalkzouten): deze maken het bot stevig en hard

Slide 13 - Tekstslide

Botaanmaak
  • Calcium 
  • Fosfaat
  • Hormonen
  • Vit D 
Calcium en fosfaat zijn belangrijke mineralen voor het tussenstof --> stevigheid en hardheid van het bot.
Hormonen: schildklier en bijschildklier --> calciumspiegel regulatie 
Vit D: zorgt voor opname calcium uit voeding

Slide 14 - Tekstslide



Vragen over het skelet en de bijbehorende botten??

Tip: Oefen de benaming van de botten van het skelet in Learnbeat bij 9A 'test je kennis'

Slide 15 - Tekstslide

Gewricht
  • Botten van het skelet die aan elkaar grenzen vormen een gewricht. 
  • De bouw van een gewricht maakt beweging mogelijk, terwijl de onderdelen bij elkaar blijven.
  • Gewrichtskraakbeen en gewrichtsvloeistof zorgen voor een soepele beweging; kapsel en banden houden de onderdelen bij elkaar.

Slide 16 - Tekstslide

Buitenlaag van het gewrichtskapel
Binnenlaag van het gewrichtskapel
Gewrichtsvloeistof
Gewrichtskraakbeen
Gewrichtsbanden

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

Bijzondere onderdelen
  • In sommige gewrichten komen bijzondere onderdelen voor, zoals een meniscus en een slijmbeurs (bursa). 
  • Het kniegewricht bevat twee menisci. Ze werken als stootkussens en drukverdelers. Menisci bestaan uit vezelig kraakbeen zonder bloedvaten. Ze krijgen voedingsstoffen en zuurstof uit de gewrichtsvloeistof. 
  • Een bursa is een blaas met gewrichtsvocht (synovia) buiten het gewricht. De bursa ligt tussen een pees en het bot. Daardoor schuurt de pees niet over het bot.

Slide 19 - Tekstslide

Vragen over het gewricht???
Stel ze gerust!!

Slide 20 - Tekstslide

Spieren

Slide 21 - Tekstslide

Spieren
  • Spieren voeren bewegingen uit en zorgen voor de houding van het lichaam.
  • Een spier (musculus, afgekort m.) zit via zijn pezen vast aan twee botten. 
  • Door samen te trekken (contractie) ontstaat een beweging in het gewricht tussen de twee botten. 
  • Soms overspant een spier twee gewrichten. Dan kan de spier beweging in beide gewrichten teweegbrengen. Zo loopt de vierkoppige bovenbeenspier (m. quadriceps) vanaf de heup tot voorbij de knie. Daardoor kan deze spier de heup buigen en de knie strekken.


Tip: Kijk in Learnbeat naar de 3D visualisatie van de spieren


Slide 22 - Tekstslide

Spier en spierweefsel
De bouwsteen van een spier is een spiercel of spiervezel.
Eigenschappen van spiercellen:

  • Ze kunnen reageren op elektrische prikkels. De prikkel komt bij de spier via een zenuw.
  • Ze kunnen zich verkorten door samen te trekken (contractie)
  • Ze kunnen uitgerekt worden
  • Na samentrekken of rekken kunnen ze weer hun rustlengte aannemen.

Slide 23 - Tekstslide

Stevig bindweefsel rondom de spier. Houd de spier bij elkaar tijdens contractie
Spiercellen (weefsel) in groepen gebundeld
Spierweefsel is spiercel. Kan lang zijn (over gehele lengte)
In een spierweefsel liggen myofibrillen. Veel gebruik: spier wordt dikker door spiereiwitten (hypertrofie). Bij minder gebruik: afbraak eiwitten (atrofie)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

De werking van spieren en spiergroepen

Slide 26 - Tekstslide

Spiergroepen
In het lichaam zijn spieren met een tegengestelde werking (antagonisten)
Spieren die zorgen voor buiging (flexie) en voor strekking (extensie).
Spieren die zorgen voor draaiing naar buiten en naar binnen.
Spieren die zorgen voor beweging naar het lichaam toe (adductie) en voor beweging van het lichaam af (abductie).

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide