Bekijk de onderstaande tabellen en schrijf op wat de toename onder en boven is. Bedenk hoe je kan zien of er regelmaat in de tabellen zit en waar je dit aan kan zien.
timer
0:45
Slide 3 - Tekstslide
Startvraag
Slide 4 - Tekstslide
Berekenen van het richtingscoëfficiënt
timer
1:00
Slide 5 - Tekstslide
Deze les
Startvraag Klassikaal 15 min
Doel Klassikaal 2 min
Formule bij tabel kiezen Klassikaal 10 min
Aan de slag Zelfstandig 15 min
Afsluiting Klassikaal 3 min
Slide 6 - Tekstslide
Doel van de les
1. Je kan berekenen of er regelmaat zit in een tabel (3.3).
2. Je weet hoe je de richtingscoëfficiënt kan berekenen wanneer een tabel regelmaat heeft (3.3).
3. Je kan onderzoeken of een formule bij een tabel met regelmaat hoort (3.4).
Slide 7 - Tekstslide
Lineaire formules
Opgave 34 samen doen.
Slide 8 - Tekstslide
Aan de slag
Afmaken
m: §3.3 opgave 26 t/m 31 blz. 135
Of verder gaan
m: §3.4 opgave 36, 37, 38, 40 blz. 139
timer
15:00
Slide 9 - Tekstslide
Afsluiten
a. Wat is de toename boven?
b. Wat is de toename onder?
c. Hoort de formule B = 28 + 5t bij de tabel?
1. Je kan onderzoeken of een formule bij een tabel met regelmaat hoort (3.4).