4.1 D Grote getallen afronden


Hoofstuk 4 Rekenen in de praktijk
4.1 D Grote getallen afronden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Hoofstuk 4 Rekenen in de praktijk
4.1 D Grote getallen afronden

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Terugblikken.
  • 4.1 D Grote getallen afronden.
  • Aan de slag! 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblikken afronden
Afronden algemeen: 
  • getal  groter of gelijk aan 5 afronden naar boven.
  • getal kleiner dan 5 afronden naar beneden.


Slide 3 - Tekstslide

Terugblikken afronden decimale getallen
Afronden decimale getallen:
  • Afronden op 2 decimalen: je laat 2 decimalen staan.
  • Kijk naar de 3e decimaal en rond dan de 2e af naar boven of onder.
  • Dit geldt natuurlijk ook voor afronden op 1, 3, 4 etc. decimalen.


Voorbeeld:
Rond 10,627 af op 2 decimalen.
1. Kijk naar de 3e decimaal -> 7.
2. 7 is groter dan 5, dus afronden naar boven -> 10,63

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel van vandaag
Je kunt  grote getallen afronden

Slide 5 - Tekstslide

Afronden grote getallen
Afronden grote getallen:
  • Afronden op bv. duizendtallen.
  • Kijk naar het cijfer van de honderdtallen en rond af naar boven of onder.
  • Dit geldt natuurlijk ook voor afronden op honderdtallen, tienduizendtallen etc. .


Voorbeeld:
Rond 3 785 263 af op duizendtallen.
1. Kijk naar de honderdtallen -> 2.
2. 2 is kleiner dan 5, dus afronden naar beneden -> 3 785 000

Slide 6 - Tekstslide

Rond 3 785 263 af op honderdtallen

Slide 7 - Open vraag

Rond 3 785 263 af op honderdduizendtallen

Slide 8 - Open vraag

Video Afronden grote getallen

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
maken:
19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28

4.3 Praktische situaties Opgave 44, 45, 46, 49, 50



timer
5:00
B1D
B1A

Slide 10 - Tekstslide