Wk 45 klas 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Fictie 

wk 45

5 min lezen 

Wat we in deze les gaan leren en doen:

• Je weet welke tekstdoelen er zijn
• Je kunt tekstdoelen voorspellen op basis van titel, illustratie en bron
• Je kunt tekstsoorten koppelen aan tekstdoelen
• Je kunt het publiek van een tekst aangeven

Je kunt een tekst om verschillende redenen lezen. Met welke reden heb jij onlangs een tekst gelezen?

opdracht in groepjes:

Bepaal van de teksten:

• het tekstdoel
• de tekstsoort
• de tekstvorm

De antwoorden schrijf je in je eigen schrift

Aantekening maken:

Een tekst kan 3 soorten publiek hebben:

1. Breed publiek: een brief naar alle jongeren van 13 jaar oud voor een vaccinatie
   
2. Kleiner gespecialiseerd publiek: een mail aan alle brugklasleerlingen van het Isendoorn
   
3. Eén persoon of kleine groep mensen: een appje of uitnodiging voor een vergadering binnen een team
   

Voor wie is een tekst in de Volkskrant bedoeld?

Aan wie stuur jij wel eens een whatsappje?

Opdracht in tweetallen:

Bekijk nog een keer de antwoorden van opdracht 1. Voor welk publiek is iedere tekst bedoeld?

Mark leest graag na school een Donald Duck. Wat is het tekstdoel?

1. Informeren
2. Uiteenzetten
3. Amuseren
4. Activeren/overhalen

Welke tekstvorm hoort bij een uiteenzettende tekst.

1. Gedicht
2. Leesboek
3. Schoolboektekst
4. Recensie

Wat zal het hoofddoel zijn van een reclame over een nieuwe shampoo?

1. Informeren
2. Activeren/overhalen
3. Amuseren
4. Overtuigen

Een tekst kan meerdere doelen hebben, maar heeft altijd 1 hoofddoel. Waar of niet waar?

1. Waar
2. Niet waar

Spelling

wk 45

5 min lezen 

Opdracht 1 en 2 nakijken van spoedcursus: spelling ->spoedcursus

maken opdracht 3 en 4

opdracht Nina Wu maken/nakijken -> spelling -> ww-spelling

opdracht 12 maken, daarna 11

HUISWERK:

hv: ga naar blz. 126 in Schooltas

vwo: ga naar blz. 1n37 in Schooltas

Opdracht: maak een poster waar alle regels op komen te staan. Bij iedere regel bedenk je zelf 2 eigen voorbeelden