woensdag 25 mei paragraaf 6.3

Welkom
Ga rustig zitten.

Pak alvast je boek, pen en rekenmachine.

Je jas is aan de kapstok
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga rustig zitten.

Pak alvast je boek, pen en rekenmachine.

Je jas is aan de kapstok

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- uitleg over de gemeentelijke belastingen
- uitleg over rekenen met de gemeentelijke belastingen
- zelfstandig aan het werk met paragraaf 6.3
- afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je/kan je:

- uitleggen wat de WOZ-waarde is
- uitleggen wat de OZB is
- rekenen met de OZB
- meerdere voorbeelden opnoemen van gemeentelijke belastingen

Slide 3 - Tekstslide

OZB
OnroerenZaakBelasting.

Je betaalt belasting over je bezit van een huis, bedrijfspand en/of grond

Slide 4 - Tekstslide

Maar......
Hoe weet de gemeente dan hoeveel je bezit waard is en hoeveel belasting moet je dan betalen?

Wie?

Slide 5 - Tekstslide

WOZ-waarde
De gemeente bepaalt elk jaar de waarde van je huis/bezit.
(taxeren).

Hier komt een waarde uit en daarover betaal je onroerendzaakbelasting.

Slide 6 - Tekstslide

Dus, samengevat
Gemeente bepaalt de waarde van je bezit : WOZ-waarde

Jij betaalt belasting over deze WOZ-waarde: onroerenzaakbelasting

Slide 7 - Tekstslide

gemeentelijke belastingen
- onroerenzaakbelasting
- rioolheffing
- hondenbelasting
- afvalstofheffing

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 8
 Marcel heeft een huis met een WOZ-waarde van € 230.000. Het tarief van de
onroerendezaakbelasting is in zijn gemeente € 10,50 per
€ 10.000 WOZ-waarde.

Bereken de OZB-aanslag voor Marcel over een jaar.

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord op vraag 8a
€ 230.000 : € 10.000 = 23;

23 × € 10,50 = € 241,50

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Aan de slag met paragraaf 6.3

Slide 11 - Tekstslide

Wat denk je dat je na de schoolreisweek nog weet van dit hoofdstuk? Minimaal 1 ding noemen

Slide 12 - Open vraag