Zin: De postbode brengt ons steeds vaker reclamefolders.
Persoonsvorm (pv): → brengt
(De werkwoordsvorm die verandert als je de zin in een andere tijd zet: "De postbode bracht ons...")
Werkwoordelijk gezegde (wg): → brengt
(Er is slechts één werkwoord in deze zin.)
Onderwerp (ond):→ De postbode
(Wie of wat brengt iets? De postbode.)
Meewerkend voorwerp (mv):→ ons
(Aan wie brengt de postbode iets? Aan ons.)
Lijdend voorwerp (lv): → reclamefolders
(Wat brengt de postbode ons? Reclamefolders.)
Bijwoordelijke bepaling (bwb): → steeds vaker
(Geeft aan hoe vaak iets gebeurt.)