1.grammatica taalkundig lw-znw

Grammatica. Wat is het?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica. Wat is het?

Slide 1 - Tekstslide

Twee keer digitaal een instaptoets. Niet voor een cijfer maar om te zien of je niveau 1F hebt.
Wanneer? Woensdag 22/9 het 5e en het 7e uur. 
Pak Plenda en noteer: 29/9 4euur: Opgeladen Chromebook en oortjes mee!
        Woensdag 28/9 2e uur:mediatheek. PLENDA
  Nodig: Chromebook,pen                                      

Slide 2 - Tekstslide

Leesautobiografie
inleidingen:
a) Hallo, ik ben... en nu ga je een kijkje nemen in mijn leesgeschiedenis.
b) Lezen, lezen en nog eens lezen. Dat kan maar niet iedereen vindt het leuk. Bij mij begon het toen ik één was.
c) Vroeger toen...tsja, dat ga ik niet verklappen. Als je wilt weten wat mijn leesgeschiedenis is, lees dan snel door.
Slot
a) Nu houd ik vooral van de boeken Brakelands en Warrior Cats en ik blijf zeker nog lang lezen. Dit was mijn leesgeschiedenis. Ik hoop dat ik mense geïnspireerd heb.
b) Ik hoop dat jullie het leuk vonden want dit was het dan. Doei.

Slide 3 - Tekstslide

Leesautobiografie
Fout maar hoe dan wel?
Toen ik 10 werdt
Het boek die ik gelezen heb
Mijn moeder leesde veel voor
herrinderen
leesautobiographie
Maar nu woord het anders
allebij
mijn favorite boek

Slide 4 - Tekstslide

Klopt deze zin?
Ja-   ga staan
Nee-blijf zitten
  • We hebben hier te maken met grammatica.
  • Wat is grammatica?

Slide 5 - Tekstslide

Grammatica 1

Slide 6 - Tekstslide

  • Taalregels.
  • Volgorde van woorden in de zin.
  • Je kunt makkelijker een taal leren.
  • Je kunt makkelijker talen vergelijken.
  • We gaan zinnen analyseren=ontleden
  • We doen dat op twee manieren: taalkundig 
  • en redekundig.
Wat bedoelen we ermee?

Slide 7 - Tekstslide

Redekundig
Taalkundig

Het filmpje geeft uitleg! Schrijf op!
Twee soorten:

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video



Redekundig
  • je zoekt welke delen van de zin bij elkaar horen.
  • je bekijkt welke functie deze zinsdelen hebben.
  • elk zinsdeel heeft een eigen naam.



Taalkundig
  • je kijkt naar elk woord in de zin.
  • je zoekt bij welke woordsoort elke woord hoort.
  • je geeft aan welke functie elk woord in de zin heeft.
  • elke woordsoort heeft een eigen naam.
Twee manieren om naar taal te kijken:

Slide 10 - Tekstslide


Je krijgt nu een Startopdracht
1.Je ziet 15 woorden staan.
2. Welke woorden horen bij elkaar en waarom (woordsoorten)?



Woordsoorten.
Wat weet jij al?
De 15 woorden
boekenlegger-boeket-fantasie-fraai-geniaal-geloven-lelijk-nietmachine-ontmoeten-regenen-soldaat-talent-tuinieren-vakantie-verhuizen

Slide 11 - Tekstslide

boekenlegger-boeket-fantasie
-nietmachine-soldaat-talent
-vakantie=                                  zelfstandige naamwoorden
fraai-geniaal-lelijk=                   bijvoeglijke naamwoorden
geloven-ontmoeten-regenen
-tuinieren-=                                werkwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoorden
Woorden voor: mensen, dieren, planten, dingen, eigen namen
Herkennen:
  • Er kan een lidwoord voor geplaatst worden
  • Er kan een bijvoeglijk naamwoord voor
  • Je kunt er vaak enkelvoud of meervoud van maken
  • Je kunt er meestal een verkleinwoordje van maken
  • Concrete zelfst.nw.=kun je zien
  • Abstracte zelfst. nw.= moet je je iets bij voorstellen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

In de oertijd was je nog niet jarig, want jij was er nog niet, en er waren nog geen kalenders. Als de Romeinen die uitgevonden hebben, vieren ze eerst maar ‘s de verjaardagen van hun vele goden en andere vips. In Nederland wordt de verjaardag pas populair vanaf de 18de eeuw, eerst en vooral in de betere kringen. Omdat een verjaardag maar eens per jaar voorkomt is het een mooie gelegenheid om uit te pakken met cadeautjes en extra lekker gebak. Mmmmm! Alweer een jaar erbij. 
  • Zoek alle zelfstandig naamwoorden


Slide 15 - Tekstslide

In de oertijd was je nog niet jarig, want jij was er nog niet, en er waren nog geen kalenders. Als de Romeinen die uitgevonden hebben, vieren ze eerst maar eens de verjaardagen van hun vele goden en andere vips. In Nederland wordt de verjaardag pas populair vanaf de 18de eeuw, eerst en vooral in de betere kringen. Omdat een verjaardag maar eens per jaar voorkomt is het een mooie gelegenheid om uit te pakken met cadeautjes en extra lekker gebak. Mmmmm! Alweer een jaar erbij. 
  •  16 zelfstandig naamwoorden


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Als je ‘Sinterklaas’ zegt, dan zeg je natuurlijk ook...:. Chocoladeletters, taai-taai, marsepein, en natuurlijk: pepernoten! Nee Piet, deze niet. Dit zijn kruidnoten. Kruidnoten zijn die halve bolletjes van speculaas die rond 5 december de kindermondjes invliegen en daar op knapperige wijze vermalen worden. Wel raak blijven gooien, Piet.

  • Totaal 14 zelfstandige naamwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide