Alles wat een naam heeft is een zn eigennaam ( dus met hoofdletter)
Woordsoorten
Slide 6 - Tekstslide
Elk woord in de zin een eigen functie.
Lidwoorden
- de, het, een.
Horen altijd bij een ZN: de bal, een balletje, het kind
Bepaalde lidwoorden: de, het
Onbepaald lidwoord: een
Woordsoorten
Slide 7 - Tekstslide
Elk woord in de zin een eigen functie.
Lidwoorden
- de, het, een.
Horen altijd bij een ZN: de bal, een balletje, het kind
Bepaalde lidwoorden: de, het
Onbepaald lidwoord: een
Woordsoorten
Slide 8 - Tekstslide
Alle woorden in de zin hieronder kun je verplaatsen. Verplaats ALLEEN de zelfstandig naamwoorden en de lidwoorden naar het juiste vak. (rest blijft staan)
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
waar
loopt
dat
meisje
nu
naartoe?
Slide 9 - Sleepvraag
Alle woorden in de zin hieronder kun je verplaatsen. Verplaats ALLEEN de zelfstandig naamwoorden en de lidwoorden naar het juiste vak. (rest blijft staan)
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
het
licht
valt
precies
tussen
de
huizen
door
Slide 10 - Sleepvraag
Wat: - Je maakt jouw leerlijn van grammatica woordsoorten
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.