Woensdag 19 juni

Woensdag 19 juni 2024
08.30 - 09.20 uur Inloop
lokale krant

12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur 
woordenschat thema toekomst

12.40 - 13.30 uur
nieuwsbegrip
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 - 14.20 uur 
vrij :)
10.30 - 11.20 uur 
Engels
11.20 - 12.10 uur 
disk - zelfstandig werken thema toekomst


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woensdag 19 juni 2024
08.30 - 09.20 uur Inloop
lokale krant

12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur 
woordenschat thema toekomst

12.40 - 13.30 uur
nieuwsbegrip
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 - 14.20 uur 
vrij :)
10.30 - 11.20 uur 
Engels
11.20 - 12.10 uur 
disk - zelfstandig werken thema toekomst


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: Toekomst

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 3 - Tekstslide

emotioneel
  • als iemand sterke gevoelens heeft; als iets sterke gevoelens oproept
  • bijv. grote vreugde of groot verdriet
  • Zin: De man werd emotioneel toen hij voor het eerst zijn zoon zag.
  • Zin: Het meisje is emotioneel, ze moet heel erg huilen.

Slide 4 - Tekstslide

spontaan
  • als je iets direct zonder lang nadenken zegt of doet 
  • spontane mensen zeggen en doen meteen wat ze bedenken
  • spontane dingen gebeuren zonder dat dat van tevoren is bepaald
  • Zin: De spontane vrouw riep meteen: “Wat een mooie bank!”
  • Zin: Spontaan gaf ze haar vriendje een zoen.

Slide 5 - Tekstslide

het talent
  • de eigenschap dat je iets vanzelf goed kunt
  •  de gave
  • iemand die iets van zichzelf heel goed kan
  • Zin: De jongen heeft een talent voor zingen.
  • Zin: in de nieuwe ploeg van PSV speelden een aantal nieuwe talenten.

Slide 6 - Tekstslide

verdrietig
  • als je een vervelend gevoel hebt omdat er iets ergs is gebeurd, het gevoel dat je moet huilen
  • verdrietige mensen hebben verdriet
  • om verdrietige dingen heb je verdriet
  • Zin: Het jongetje was verdrietig omdat hij zijn bal kwijt was.
  • Zin: Ze kregen het verdrietige bericht dat hun opa was overleden.

Slide 7 - Tekstslide

verrast
  • het gevoel dat je krijgt als iets opeens gebeurt wat je niet had verwacht
  • plotseling gebeuren 
  • werkwoord: verrassen: blij maken met iets onverwachts
  • Zin: Zij werd verrast door haar vriendinnen, ze kreeg een mooi cadeau.
  • Zin: Zullen we Ronald en Maryam verrassen met een bezoek?

Slide 8 - Tekstslide

In welke zin wordt het goede voorbeeld gegeven van het woord:
emotioneel
A
een prettig gevoel
B
een onprettig gevoel
C
iets wat heel mooi is
D
een verdrietig gevoel

Slide 9 - Quizvraag

Waar zie je iemand die verdriet heeft?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Ben jij wel eens verrast?

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent:
Spontaan zijn?
A
Je denkt heel lang na.
B
Je doet iets gepland.
C
Je doet iets zonder lang na te denken.
D
Iets niet kunnen.

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent:
Talent hebben?
A
Niets willen weten.
B
Iets heel goed kunnen.
C
Alles willen weten.
D
Iets niet kunnen.

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 14 - Tekstslide

Ik word heel ................... als ik veel verdriet heb.

Slide 15 - Open vraag

De ................. reactie van dat meisje was onverwacht.

Slide 16 - Open vraag

Mijn moeder heeft een mooi cadeau gekregen, ze was heel erg .................

Slide 17 - Open vraag

Iedereen heeft ...................., de een kan goed voetballen en de ander kan goed zingen.

Slide 18 - Open vraag

Het kleine jongetje was erg ........................, zijn fiets was gestolen.

Slide 19 - Open vraag

Zinnen maken

We draaien het rad. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: emotioneel, spontaan, verrast, het talent en verdrietig

Slide 20 - Tekstslide

Pauze
timer
30:00

Slide 21 - Tekstslide

Engels
De docent vertelt wat we vandaag gaan doen.

Good luck!

Slide 22 - Tekstslide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema toekomst.


Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 23 - Tekstslide

Pauze
timer
30:00

Slide 24 - Tekstslide

Olifanten noemen elkaar bij naam :)

Slide 25 - Tekstslide

Toren bouwen 
* Welk groepje bouwt de hoogste toren van papier en plakband?
* Je werkt samen, iedereen helpt mee
* Je hebt 25 minuten om een hoge toren te bouwen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide