wiskunde 4TL 7.2 exponentiële formules

7.2 Exponentiële formules
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.2 Exponentiële formules

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van de les weet ik:
  • Hoe een exponentiële formule is opgebouwd
  • Hoe je een formule maakt bij een exponentieel verband

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Noah verdient €1400,- netto per maand.
Met zijn baas heeft hij afgesproken dat hij 
ieder jaar 3% salarisverhoging krijgt. 

Geef  de formule die bij dit verband hoort. 

Slide 4 - Tekstslide

Noah verdient €1400,- netto per maand.
Met zijn baas heeft hij afgesproken dat hij 
ieder jaar 3% salarisverhoging krijgt. 

Geef  de formule die bij dit verband hoort. 
100%   + 3%  = 103%
103: 100 = 1,03 (groeifactor)

H = 1400 + 1,03t


Slide 5 - Tekstslide

Procentuele toe- of afname bepalen

aan de hand van een formule

Slide 6 - Tekstslide

Van e en bepaalde bacterie kun je het totale aantal
berekenen met de formule


H = 1200 x 2,34t
waarbij t de tijd per maand is. 
Met hoeveel procent neemt het aantal bacteriën iedere maand toe?

Slide 7 - Tekstslide

Van e en bepaalde bacterie kun je het totale aantal
berekenen met de formule


H = 1200 x 2,34t
waarbij t de tijd per maand is. 
Met hoeveel procent neemt het aantal bacteriën iedere maand toe?
2,34 x 100 = 234%


Slide 8 - Tekstslide

Van e en bepaalde bacterie kun je het totale aantal
berekenen met de formule


H = 1200 x 2,34t
waarbij t de tijd per maand is. 
Met hoeveel procent neemt het aantal bacteriën iedere maand toe?
2,34 x 100 = 234%
234 - 100 = 134% toename


234

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de beginwaarde?

Slide 13 - Open vraag

Bereken de groeifactor

Slide 14 - Open vraag

Schrijf de formule op die bij deze tabel hoort

Slide 15 - Open vraag

Met hoeveel procent stijgt a per jaar?

Slide 16 - Open vraag

Huiswerk voor morgen: 

7.2 Opdracht 9 t/m 14

Slide 17 - Tekstslide