8 november 2023 1 KGT
1 / 22
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Italië heeft veel actieve vulkanen.
Dat betekent dat deze vulkanen...
A
één keer in de zoveel jaar uitbarsten
B
regelmatig uitbarsten
C
nooit uitbarsten
D
A + B + C
Slide 3 - Quizvraag
Wij hebben over de hele wereld vulkanen, maar wat is een vulkaan?
A
Een grote berg.
B
Een gat in de grond waar lava uitkomt
Slide 4 - Quizvraag
De magmakamer van een vulkaan zit buiten de vulkaan
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Een dode vulkaan is een vulkaan dat...
A
in de zee ligt
B
nooit meer gaat uitbarsten
C
op een kerkhof ligt
D
binnenkort weer gaat uitbarsten
Slide 6 - Quizvraag
Actieve vulkanen zijn vulkanen die ...
A
nooit meer gaan uitbarsten
B
misschien gaan uitbarsten
C
elke 5 jaar uitbarsten
D
regelmatig uitbarsten
Slide 7 - Quizvraag
De aardbeving in Bingöl
was een .................aardbeving.
was een .................aardbeving.
A
zwakke
B
krachtige
C
D
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een aardbeving?
A
De plaats waar magma uit de aardkorst komt.
B
De losse stukken waaruit de aardkorst bestaat.
C
Het gat in de aardkorst waardoor de lava naar buiten komt.
D
De trilling die ontstaat door een plotselinge verschuiving van delen van de aardkorst.
Slide 9 - Quizvraag
In Nederland zijn er ook aardbevingen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het verschil met aardbevingen in de wereld en aardbevingen in Groningen?
A
Er is geen verschil
B
In Groningen ontstaan aardbevingen door gaswinning
C
Onder Groningen verschuiven aardplaten
Slide 11 - Quizvraag
Een aardbevingdeskundige wordt ook wel ....... genoemd
A
Vulkanoloog
B
Seismoloog
Slide 12 - Quizvraag
Het epicentrum van een aardbeving is waar de aardbeving plaatsvindt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Een aardbeving van 5,0 is zwaarder dan een aardbeving van 8,5.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
wat is het symbool van het christendom
A
een hart
B
een peace
C
het kruis
D
een vierkant
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het Christendom?
A
Geloof in meerdere goden
B
Geloof in Griekse goden
C
Geloof in de goddelijkheid van de keizer
D
Geloof in 1 God volgens de leer van Jezus Christus
Slide 16 - Quizvraag
Het Jodendom en het Christendom
A
Hebben beide meerdere goden
B
Hebben beide een god
Slide 17 - Quizvraag
Wie is de belangrijkste Romein in het Romeinse rijk?
A
De generaal
B
De koning
C
De keizer
D
De paus
Slide 18 - Quizvraag
Waarom legden de Romeinen wegen aan door het Romeinse Rijk?
A
Voor handel en ambulances
B
Voor paardenrennen en handel
C
Voor de verdediging en de handel
D
Voor de handel en voor de lol
Slide 19 - Quizvraag
Het Romeinse rijk splitste zich in twee delen. Het Noord-Romeinse en het Zuid-Romeinse Rijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Hoe moesten de Romeinen de Romeinse keizers behandelen?
A
Als een slaaf
B
Als een god
C
Als een keizer
D
Als een consul
Slide 21 - Quizvraag
De Romeinen offerden in tempels.
Wat was de reden dat de Romeinen offerden?
Wat was de reden dat de Romeinen offerden?
A
Het was een manier van slachten.
B
Het was normaal cadeaus aan anderen te geven.
C
Ze hoopten dat de goden de mensen zouden helpen.
D
Zo lieten ze zien dat ze tolerant waren.
