Examen schrijven 2F en 3F korte versie

Examen Schrijven 3F
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examen Schrijven 3F

Slide 1 - Tekstslide

Omschrijf je vakantie in één woord!

Slide 2 - Woordweb

Het examen schrijven 2F
  • Dit examen maak je op school, op een computer
  • Je krijgt 3 schrijfopdrachten  (zakelijke mail, artikel, verslag...) 
  • Je krijgt 60 minuten de tijd voor het examen (tenzij je recht hebt op toetstijdverlenging, bijv. i.v.m. dyslexie).

Slide 3 - Tekstslide

Het examen schrijven 3F
  • Dit examen maak je op school, op een computer
  • Je krijgt 2 schrijfopdrachten  (zakelijke brief, artikel, betoog,...) 
  • Je krijgt 60 minuten de tijd voor het examen (tenzij je recht hebt op toetstijdverlenging, bijv. i.v.m. dyslexie)

Slide 4 - Tekstslide

Beoordeling van het examen schrijven
  • Is de tekst leesbaar en adequaat? Minimum aantal woorden?
  • Inhoud
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie en grammatica
  • Leesbaarheid

Slide 5 - Tekstslide

Beoordeling uitwerking opdracht





  • Als je alle 7 onderdelen op niveau uitwerkt, scoor je een 6,0 als cijfer.
  • Je mag maar op 1 onderdeel een onvoldoende scoren.

0 punten
Het onderdeel is onvoldoende uitgewerkt
1 punt
Het onderdeel is precies op niveau uitgewerkt
2 punten
Het onderdeel is boven niveau uitgewerkt

Slide 6 - Tekstslide

Planning 
- Oefenexamen 31 maart
- Examen 14 april
- Herkansing 21 april
- Komende 7 weken/lessen gaan we met schrijfopdrachten aan de slag. Deze reader lever je in op uiterlijk 24 maart. 
Gemaakte opdrachten is voorwaarde om deel te nemen aan examen.

Slide 7 - Tekstslide

Opdrachten reader
- Brieven
- E-mails
- Notulen
- Betoog
- Recept
- Instructie

Slide 8 - Tekstslide

Nieuwjaarsbrief
Schrijf je brief en meld je bij mij als je 'm via -email hebt ingeleverd!
  
Dan heb je erna weekend :-)

Slide 9 - Tekstslide

- samenhang-
  1. De tekst is verdeeld in een inleiding, middenstuk en slot.
  2. De tekst is logisch te volgen (niet van de hak op de tak).
  3. Het verband tussen de verschillende zinnen en alinea's is duidelijk door:
  • Passende voegwoorden (omdat, hoewel, desondanks, toch, maar, ...)
  • Correcte verwijswoorden (Het meisje met wie... / Zij, haar, dat)

Slide 10 - Tekstslide

Goed voorbeeld van samenhang
"Ik denk dat ik de juiste persoon ben voor dit project, omdat ik ook goed met mensen van alle leeftijden om kan gaan en graag dieren en mensen help. Ook spreek ik goed Nederlands en Engels. Verder vind ik het altijd leuk om over nieuwe culturen te leren en te zien hoe mensen in andere landen dagelijks leven."


"Zoals ik al eerder benoemde, is dit project voor mij weggelegd."

Slide 11 - Tekstslide

- doel-
Je kunt in je tekst verschillende doelen combineren, zoals informeren, overtuigen en activeren:

  • Het doel van een sollicitatiebrief is de lezer overtuigen dat jij een geschikte kandidaat bent.
  • Je informeert de lezer over jouw achtergrond en keuze voor dat project.
  • Jouw doel is om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek of in ieder geval om een reactie te ontvangen op jouw brief. 

Slide 12 - Tekstslide

Goede voorbeelden van afstemming op doel
  • "… maar ik kreeg gelijk een fijn gevoel bij uw organisatie in Suriname."

  • "Dit geeft mij een extra boost om jullie een handje te willen helpen."

  • "Ik hou ontzettend van dieren en ik ga liefdevol met ze om."

  • "…omdat ik me voor de volle 110% inzet."

Slide 13 - Tekstslide

- publiek -
Je kunt schrijven voor een bekend en algemeen publiek.
Je past consequent (in)formeel taalgebruik toe dat past binnen de situatie

  • Spreek consequent aan met 'u' en 'uw'
  • Begin brieven met 'Geachte heer / mevrouw,'
  • Is de tekst voor studenten bedoeld? Dan mag je wat informeler zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Goede voorbeelden van afstemming op publiek

"Ik hoop dat u enthousiast bent geworden en dat ik ben
 wat u zoekt. Ik kijk uit naar uw reactie."

Slide 15 - Tekstslide

Minder goede afstemming op publiek

"De reden waarom je voor mij moet gaan is..."

"Mochten jullie behoefte hebben aan meer informatie, dan hoor ik het graag. Ik kijk uit naar jullie reactie!"

Slide 16 - Tekstslide

- woordgebruik en woordenschat-
  • Je gebruikt woorden in de goede betekenis
  • Je gebruikt de juiste lidwoorden (de / het) bij woorden
  • Je gebruikt de goede voorzetsels in je zinnen
  • Je wisselt af in je woordkeuze

Tips:
  • Gebruik alleen woorden waar je de betekenis van kent!
  • Maak gebruik van de woorden die in de examenopdracht staan.

Slide 17 - Tekstslide

 - spelling -
Tips:
  1. Let op het gebruik van hoofdletters aan het begin van een zin, bij namen, bij plaatsen en talen. 

  2. In het Nederlands schrijf je samenstellingen aan elkaar. Wat is de regel?

  3. Controleer in je tekst alle werkwoorden die eindigen op een 't' of een 'd':
    Vervang deze werkwoorden eventueel door 'smurfen' of 'lopen', zodat je goed kunt horen op welke letter het werkwoord moet eindigen. Lees het boekje werkwoordspelling nog eens goed door.

Slide 18 - Tekstslide

- interpunctie -
Tips:
  1. Controleer of je zinnen met een punt, vraagteken of uitroepteken eindigen.

  2. Vermijd schuine strepen. Gebruik liever 'en' of 'of':
    "Elk dier is anders en heeft weer andere hulp/ aandacht nodig".

  3. Vermijd puntkomma's. Meestal zijn die verkeerd:
    "Wilt u alvast wat meer informatie en gegevens van mij weten, zie dan de bijlage; Hierin staat mijn curriculum vitae."





Slide 19 - Tekstslide

- grammatica -
Tips:
  1. Lees je zinnen goed na en probeer te 'horen' of de zin klopt.
    Als je het idee hebt dat het raar klinkt, moet je de zin misschien anders formuleren.
    ***Mijn schooljaar zit er bijna op en er komen een zomervakantie met 8 weken.

  2. Iedere zin bevat minimaal één werkwoord: de persoonsvorm en het liefst een onderwerp.
    ***Bijgevoegd ook mijn CV.   >>> dit is geen complete zin.

  3. Een zin eindigt waar je een pauze hoort als je de zin zou oplezen.
    ***In mijn vrije tijd werk ik veel, dit doe ik bij Bas van der Ven Catering. >>> waar pauzeer je?






Slide 20 - Tekstslide

- leesbaarheid-
  • Je tekst is verdeeld in alinea's
  • Je gebruikt op de goede plaatsen witregels tussen de alinea's
  • Als je een artikel of betoog schrijft, staat daar een titel boven.
  • Als je een zakelijke brief schrijft, dan zorg je dat je de briefconventies
     allemaal correct toepast!

    DOE JEZELF EEN PLEZIER EN LEER DIE BRIEFCONVENTIES UIT JE HOOFD!!!

Slide 21 - Tekstslide

Welke dagtekening is goed opgeschreven?
A
01-02-2021, Bavel
B
1 februari 2021, Bavel
C
Bavel, 01-02-2021
D
Bavel, 1 februari 2021

Slide 22 - Quizvraag

Denk je dat je nu goed voorbereid bent voor het schrijfexamen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll