Spelling 3D

Spelling 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spelling 

Slide 1 - Tekstslide

Welke spelling is juist?

... jij ook zo moe van spelling?
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 2 - Quizvraag

Welke spelling is juist?

Ik ... moe van spelling.
A
wordt
B
wort
C
word

Slide 3 - Quizvraag

wat is hier de spelling van:
A
rustig
B
roestig
C
onroestig
D
onrustig

Slide 4 - Quizvraag

Welke spelling is juist?

Volgens mij ... je broer moe van spelling.
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 5 - Quizvraag


Kies de juiste spelling.

Het is de tweede keer, dat dit [gebeuren].


A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 6 - Quizvraag

Door smulpapen wordt het diertje namelijk zeer op prijs (stellen).
A
PV t.t.
B
PV v.t.
C
VD

Slide 7 - Quizvraag

Hoe weet je welke vorm van het werkwoord de PV is? 2 antwoorden zijn goed.
A
je let op de TIJD van de zin (t.t of v.t.)
B
je kijkt naar de plaats van de PV in de zin
C
je kijkt of het OW mannelijk of vr. is
D
je kijkt naar OW (enkel- of meervoud?)

Slide 8 - Quizvraag

Later is deze slak ook in andere delen van het land (invoeren)
A
PV t.t.
B
PV v.t.
C
VD

Slide 9 - Quizvraag

In de groentetuinen (richten) ze vaak grote schade aan.
A
PV t.t.
B
PV v.t.
C
VD

Slide 10 - Quizvraag

Fred verbeter... zijn cijfer
A
t, want dit is een pv t.t.
B
d, want dit is een vd

Slide 11 - Quizvraag

Waar weinig kalk in de bodem zit, (vinden) je weinig huisjesslakken.
A
PV t.t.
B
PV v.t.
C
VD

Slide 12 - Quizvraag

Dinsdag heeft Leon alles duidelijk *uitgelegd*.
A
pv in t.t.
B
pv in v.t.
C
volt.deelwoord
D
hele werkwoord

Slide 13 - Quizvraag

Waarom schrijf je houd in plaats van houdt in de volgende zin: Houd dit even vast.
A
Het is de gebiedende wijs.
B
Het is de pv in de t.t.
C
Omdat je 'je' erachter kunt plakken.
D
Het is het onvoltooid deelwoord.

Slide 14 - Quizvraag

7. Fred verbeter... zijn cijfer
A
t, want dit is een pv t.t.
B
d, want dit is een volt. deelwoord

Slide 15 - Quizvraag

Ik heb mijn cijfer verbeter...
A
t, want dit is een pv t.t.
B
d, want dit is een volt. deelwoord

Slide 16 - Quizvraag

Je (kunnen) hier een kaartje kopen.
A
Kun
B
Kunt

Slide 17 - Quizvraag

De docent ( praten) met een collega.
A
Praat
B
Praatt

Slide 18 - Quizvraag

Als je sport ( worden) je fit.
A
wordt
B
word

Slide 19 - Quizvraag

Waarom (wonen) jij graag in Panningen?
A
woon
B
woont

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel uren ( rijden) je docent?
A
rijd
B
rijdt

Slide 21 - Quizvraag

Je ( raden) nooit wie gisteren is geweest!
A
raadt
B
raad

Slide 22 - Quizvraag

(Branden) je vader nu alweer zijn vingers aan de pan?
A
brand
B
brandt

Slide 23 - Quizvraag

( Houden) jij ook zo van voetbal?
A
houd
B
houdt

Slide 24 - Quizvraag

Huiswerk
Maak opdr.2 hoofdstuk 3

Slide 25 - Tekstslide