K2 - Modale werkwoorden in de verleden tijd

K2 - Modale werkwoorden in de verleden tijd
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

K2 - Modale werkwoorden in de verleden tijd

Slide 1 - Tekstslide

In deze LessonUp ga je van alles leren over de modale werkwoorden in de verleden tijd. Je gaat leren aan de hand van video's, theorie en opdrachten. Viel Erfolg!
Lesdoel: 
Aan het einde van deze les weet ik hoe ik de 7 modale werkwoorden uit Kapitel 2 kan vervoegen in de verleden tijd.

Slide 2 - Tekstslide

Welke modale werkwoorden ken je nog?

Slide 3 - Open vraag

Kies de juiste vertaling van 'mogen'
A
dürfen
B
mögen
C
müssen
D
wollen

Slide 4 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling van 'willen'
A
wollen
B
mögen
C
wissen
D
dürfen

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste vertaling van 'moeten'. Er zijn meerdere antwoorden goed
A
müssen
B
wollen
C
sollen
D
mögen

Slide 6 - Quizvraag

VIDEO: Theorie
Op de volgende slide vind je een video over de modale werkwoorden in de verleden tijd. In de video worden de schema's van de zeven werkwoorden behandeld.  Let dus goed op en maak eventueel aantekeningen in je schrift!

Na de video komen er een aantal oefenopdrachten.

Slide 7 - Tekstslide

2

Slide 8 - Video

An die Arbeit!
An die Arbeit - Modale werkwoorden
Lesdoel: Aan het einde van deze les weet ik hoe ik de 7 modale werkwoorden uit Kapitel 2 kan vervoegen in de verleden tijd.
Op de volgende slides vind je een aantal vragen. Maak gebruik van je schema's en de uitleg uit de video om een antwoord op de vraag te vinden. 

Mocht je er niet uitkomen? Steek je hand op en de docent komt je helpen!

Slide 9 - Tekstslide

01:34
Wat valt je op aan de verleden tijdsvormen van de modale werkwoorden?

Slide 10 - Open vraag

02:58
Wat valt je op bij het vervoegen van 'mögen' in de verleden tijd?

Slide 11 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord in de verleden tijd.
Ihr (müssen) auf die Toilette.

Slide 12 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord in de verleden tijd.
Leider (können) ich nicht kommen.

Slide 13 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord in de verleden tijd.
(Mögen) sie Blumenkohl?

Slide 14 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord in de verleden tijd.
Wir (wissen) nicht wo Oma ist.

Slide 15 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord in de verleden tijd.
Er (sollen) seine Hausaufgaben machen.

Slide 16 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord in de verleden tijd. Von meinen Eltern (dürfen) ich nicht ausgehen.

Slide 17 - Open vraag

An die Arbeit!
Einde van de miniles - Modale werkwoorden
Lesdoel: Aan het einde van deze les weet ik hoe ik de 7 modale werkwoorden uit Kapitel 2 kan vervoegen in de verleden tijd.
Je bent nu aan het einde van de miniles over de modale werkwoorden in de verleden tijd. Als het goed is ben jij nu in staat om de 7 modale werkwoorden op de juiste manier in de verleden tijd te vervoegen.

Weiter üben?
Mach Aufgabe 3 auf Seite 150
Mach Aufgabe 3 auf Seite 151

Slide 18 - Tekstslide