modale werkwoorden klas 3 tl

.......du auch schon auf Ibiza?
Vervoeg SEIN in de verleden tijd.
A
Warst
B
Wart
C
Waren
D
War
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

.......du auch schon auf Ibiza?
Vervoeg SEIN in de verleden tijd.
A
Warst
B
Wart
C
Waren
D
War

Slide 1 - Quizvraag

........ihr dort auch mal?
Vervoeg SEIN in de verleden tijd.
A
Waren
B
Warst
C
Wart
D
War

Slide 2 - Quizvraag

Ich .........mit der linie 6 ins Zentrum fahren.
A
müsste
B
musste
C
muste
D
musstet

Slide 3 - Quizvraag

Modale werkwoorden( vt )
_____ Sie wie spät es ist?
A
Wussten
B
Wusste
C
wussten
D
Wusstest

Slide 4 - Quizvraag

Zoek de juiste uitgangen (v.t.) van de modale werkwoorden bij elkaar.
ich konn-
wir woll-
du durf-
ihr wuss-
er muss-
sie konn-
sie wuss-
ten
test
te
ten
te
 te
tet

Slide 5 - Sleepvraag

Vul verleden tijd in van dürfen
Du.......das Auto hier doch nicht parken?
A
durftest
B
durften
C
durftet
D
durfte

Slide 6 - Quizvraag

Vul verleden tijd in van wollen
Sie(ev)..............den Termin verschieben.
A
wollten
B
wollte
C
wolltet
D
wolltest

Slide 7 - Quizvraag

Vul verleden tijd in van können
Ich............dir nicht helfen.
A
konnte
B
konntet
C
konnten
D
konntest

Slide 8 - Quizvraag

Vul verleden tijd in van wissen
............ihr, wo er gestern war?

Slide 9 - Open vraag

Vul verleden tijd in van müssen
Sie( =U ).............sofort nach Hause.

Slide 10 - Open vraag

Ich........alleine zurückfahren.
A
durften
B
durftet
C
durfte
D
dürfte

Slide 11 - Quizvraag

Der Busfahrer.......nicht rechts abbiegen
A
konte
B
konntet
C
konnten
D
konnte

Slide 12 - Quizvraag

Wustest du, dass das möglich ist?
Klopt de zin grammatikaal
A
JA
B
NEE

Slide 13 - Quizvraag

Ich..............gestern Kopfschmerzen.
Vervoeg HABEN in de verleden tijd.
A
hatte
B
hattet
C
hattest
D
hatten

Slide 14 - Quizvraag

Du............nicht so frech sein sollen.
Vervoeg HABEN in de verleden tijd.

A
hattest
B
hatten
C
hatte
D
hattet

Slide 15 - Quizvraag

.........ihr vorige Woche einen Grillabend?
Vervoeg HABEN in de verleden tijd.
A
Hatte
B
Hattest
C
Hattet
D
Hatten

Slide 16 - Quizvraag

Ich..........voriges Jahr auf Ibiza.
Vervoeg SEIN in de verleden tijd.
A
war
B
warst
C
waren
D
wart

Slide 17 - Quizvraag