Thema 6 - BS 4, De ogen

Welkom 
  • Aanwezigheid
  • Wat weten we nog van de vorige les?  
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom 
  • Aanwezigheid
  • Wat weten we nog van de vorige les?  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

T6, BS 4 - De ogen  

Lesdoel: 
Na deze les kan je in eigen woorden uitleggen hoe het oog is opgebouwd en hoe een bril kan helpen om beter te zien.  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ogen

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oog uitwendig
Wenkbrauwen: houden vocht en zweet uit de ogen.

Ooglid: verspreid traanvocht over de ogen.

Wimpers: beschermen de ogen tegen vuil en te fel licht.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ogen
buitenkant van het oog:
  • harde oogvlies: witte gedeelte van de oogbol: beschermt het binnenste van het oog.
  • iris/regenboogvlies: gekleurde gedeelte van de oogbol, kan verschillende kleuren hebben
  • pupil: opening in de iris: hierdoor komt het licht het oog binnen
  • hoornvlies: ligt over de iris en de pupil heen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De binnenkant van een oog
Aan het harde oogvlies zitten oogspieren vast.

Daarmee kun je je ogen draaien.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van het oog

De oogbol is voor het grootste deel gevuld met een soort gelei: het glasachtig lichaam.

Achter de iris en de pupil bevindt zich de lens -> scherp zicht

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van het oog
De wand van een oog bestaat uit drie lagen:
  1. Harde oogvlies
    buitenste laag
  2. Vaatvlies
    Middelste laag
  3. Netvlies
    Binnenste laag. Hierin liggen de zintuigcellen -> ontstaan impulsen -> via oogzenuw naar de hersenen


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van het oog
In het netvlies, recht tegenover de pupil, ligt de gele vlek. Met de zintuigcellen in de gele vlek kun je het scherpst zien.

De plaats in het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat, heet blinde vlek. In de blinde vlek liggen geen zintuigcellen.

Slide 12 - Tekstslide

Als je naar iets kijkt, komen de lichtstralen vooral op de gele vlek.
Werking van de ogen
Lichtstralen komen je oog binnen door de lens. 
De lens zorgt ervoor dat de lichtstralen precies op de gele vlek van het netvlies vallen. Je ziet dan scherp.
De lens keert het beeld ook om, maar dat wordt ‘rechtgezet’ door je hersenen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijziend en verziend
Bij sommige mensen werkt de ooglens niet goed. De lichtstralen komen dan niet precies op het netvlies terecht, maar ervoor of erachter. 

Als je bijziend bent, kun je alleen dichtbij scherp zien. Als je verziend bent, kun je alleen in de verte goed zien.

Slide 14 - Tekstslide

Slechtziendheid kan worden gecorrigeerd met een bril of contactlenzen. 
Bijziend
  • Iemand die bijziend is, kan in de verte niet scherp zien. 
  • Ziet dichtbij scherp!
  • Hij krijgt dan een bril met holle lenzen. Daardoor komen de lichtstralen weer precies op het netvlies.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verziend
  • Iemand die verziend is, kan dichtbij niet scherp zien.
  • Ziet in de verte scherp!
  • Bij verziendheid krijg je een bril met bolle lenzen. De lichtstralen komen dan weer precies op het netvlies.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 onderdelen van het oog en hun functie kan jij benoemen?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Hoe? 
In stilte 
Met wie? 
Zelfstandig
Hulp?
Eerste 10 minuten zelfstandig, daarna loop ik rond 
Klaar?
Nakijken!
Wat?
Vanaf Blz. 94, opdr. 1 t/m 9
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je onthouden?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies