3Havo scheikunde 5.1 Verbrandingsproducten

Brandstoffen
Hoofdstuk 5 




Welkom havo 3!
Leg klaar: schrift (open) en device (dicht)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Brandstoffen
Hoofdstuk 5 




Welkom havo 3!
Leg klaar: schrift (open) en device (dicht)

Slide 1 - Tekstslide

5.1 Verbrandingsproducten
Leerdoelen:

 Kenmerken van een verbrandingsreactie weten.

Reactieproducten bij een verbrandingsreactie aantonen.

Het rendement bij een energieomzetting berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Klassikale start
Demo: verbranding van koolstof
Demo: verbranding van zwavel
Leerlingenproef 4: verbranding van aardgas
Les afmaken in LessonUp en in je schrift

Slide 3 - Tekstslide

Welke kenmerken van een verbrandingsreactie ken je?

  • Vlammen: dat zijn brandende gassen
  • Vonken en rook
  • Er komt warmte vrij: een verbranding is altijd exotherm
  • Er is zuurstof nodig
  • Er is een brandstof

Slide 4 - Tekstslide

Demo: verbranding van koolstof

Slide 5 - Tekstslide

Waarom neem je bij deze proef koolstofpoeder ipv een stukje houtskool?
A
Je kan geen stukjes houtskool in de buis krijgen.
B
Koolstofpoeder reageert sneller met zuurstof dan een stukje houtskool omdat het een groter contact oppervlak heeft.
C
Houtskool bestaat niet uit koolstof.

Slide 6 - Quizvraag

Welke verandering zie je in de wasfles en
welke stof toon je aan met kalkwater?
A
Helder kalkwater wordt troebel wit, je toont zuurstof aan.
B
Geel kalkwater wordt kleurloos, je toont koolstof aan.
C
Helder kalkwater wordt troebel wit, je toont koolstofdioxide aan.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het reactieschema voor de verbrandingsreactie?
A
koolstof (s) -> koolstof (g)
B
koolstof (s) + kalkwater (l) -> koolstofdioxide (g)
C
koolstof (s) + zuurstof (g) -> koolstofdioxide (g)
D
koolstof (s) + zuurstof (g) -> kalkwater (l)

Slide 8 - Quizvraag

Demo: verbranding van zwavel

Slide 9 - Tekstslide

Demo: verbranding van zwavel.
In de wasfles zit een joodoplossing.
Welke verandering heb je waargenomen in de wasfles en
welke stof toon je met de joodoplossing aan.
A
De geel-bruine joodoplossing wordt kleurloos, je toont zwavel aan.
B
De geel-bruine joodoplossing wordt kleurloos, je toont zwaveldioxide aan
C
De kleurloze joodoplossing wordt geel-bruin, je toont zuurstof aan
D
De kleurloze joodoplossing wordt troebel, je toont koolstofdioxide aan.

Slide 10 - Quizvraag

De reactievergelijking voor de verbranding van zwavel staat hiernaast.
Geef zelf het reactieschema:
S(s)+O2(g)>SO2(g)

Slide 11 - Open vraag

Conclusie:
Als een niet-ontleedbare stof verbrandt, ontstaat er een oxide. 
C(s)+O2(g)>CO2(g)
S(s)+O2(g)>SO2(g)
2Mg(s)+O2(g)>2MgO(g)
Nieuw voorbeeld: 
Bij de verbranding van magnesium ontstaat magnesiumoxide
Deze ken je al:

Slide 12 - Tekstslide

Voer practicum 4 uit: 
Verbranding van aardgas (=methaan)

Slide 13 - Tekstslide

Welke twee stoffen zijn er ontstaan bij de verbranding van aardgas?
CH4(g)
aardgas = methaan

formule: 


Slide 14 - Open vraag

Water aantonen
Als je zeker zou willen weten dat de condensdruppeltjes water zijn, dan zijn er twee reagentia die je voor water zou kunnen gebruiken.
Custardpoeder kleurt met water fel geel
Wit kopersulfaat kleurt met water blauw

Slide 15 - Tekstslide

Hiernaast staat de r.v. voor de verbranding van methaan.
Neem de r.v. over in je schrift en maak hem kloppend.
Wat zijn de juiste coëfficiënten?
...CH4(g)+...O2(g)>...CO2(l)+...H2O(g)
A
1 -1-1-1
B
1-2-1-1
C
1-2-1-2
D
2-3-2-2

Slide 16 - Quizvraag

Conclusie:
Als er een ontleedbare stof verbrandt, dan ontstaan de oxiden van de elementen van de brandstof. 
CH4(g)+2O2(g)>CO2(g)+2H2O(l)
Voorbeeld: 
Bij de verbranding van methaan ontstaan koolstofdioxide en water.

Slide 17 - Tekstslide

Welke stoffen zullen er ontstaan bij de verbranding van het gas diwaterstofsulfide?
H2S(g)+O2(g)>...
A
water en koolstofdioxide
B
water en zwaveldioxide
C
water, koolstofdioxide en zwaveldioxide

Slide 18 - Quizvraag

Hiernaast staat de r.v. voor de verbranding van diwaterstofoxide. Neem de r.v. over in je schrift en maak hem kloppend.
Wat zijn de juiste coëfficiënten?
...H2S(g)+...O2(g)>...H2O(l)+...SO2(g)
A
1 -1-1-1
B
1-2-1-1
C
1-2-2-1
D
2-3-2-2

Slide 19 - Quizvraag

Rendement
Bij de verbranding van een brandstof in een auto wordt chemische energie van de brandstof omgezet in bewegingsenergie.
Het rendement voor deze omzetting is geen 100%, een deel van de chemische energie wordt omgezet in warmte.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Leswerk/huiswerk
Lees paragraaf 5.1 uit het boek.
Maak opgave 4, 5 en 8 van 5.1 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide