06 de rol van geld, geldfuncties, Gresham, intrinsieke en extrinsieke waarde
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Hoeveel is een goudstaaf ongeveer waard?
A
350 duizend euro
B
100 duizend euro
C
750 duizend euro
D
400 duizend euro
Slide 7 - Quizvraag
Van welke materiaal wordt een bankbiljet gemaakt?
A
Papier
B
Karton
C
Katoen
D
Plastic
Slide 8 - Quizvraag
Hoe zwaar is een goudstaaf?
A
10,5 kg
B
12,5 kg
C
11,5 kg
D
13,5 kg
Slide 9 - Quizvraag
Welke bank zorgt in Nederland voor de verspreiding van euromunten en eurobankbiljetten?
A
ING Bank
B
ABN AMRO
C
De Nederlandse bank
D
De nationale bank
Slide 10 - Quizvraag
En hoeveel verschillende euromunten?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 11 - Quizvraag
Hoe heet het licht dat gebruikt wordt om de echtheid van een biljet te controleren?
A
zonlicht
B
infra rood licht
C
UV licht
D
dimlicht
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Echt
Vals
Slide 15 - Sleepvraag
Echt
Vals
Slide 16 - Sleepvraag
Wet van Gresham
Wet van Gresham:”Bad money drives out good money”. Munten met hoge intrinsieke waarde
worden bewaard en alleen munten
met lage intrinsieke waarde worden
uitgegeven.
“Bad money” blijft dus in omloop, “good money” verdwijnt.
Slide 17 - Tekstslide
Fiduciair geld
Vroeger was de waarde van geld gelijk het materiaal. Tegenwoordig heeft geld geen waarde meer als we kijken naar het materiaal waarvan het gemaakt is. De waarde wordt ontleend aan het feit dat iedereen vertrouwen heeft in de waarde. Vandaar dat het huidige geld fiduciair geld is.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
De waarde van geld
a. nominale waarde: wat op het biljet staat
b. intrinsieke waarde : materiaalwaarde
c. interne waarde: de hoeveelheid goederen en diensten die je in je eigen land kunt kopen.