Britse Rijk 1.2 (deel 1)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Britse Rijk 1.2 (deel 1)

H5

Programma

1. Terugblikspel (10 min.)
2. Uitleg: kolonialisme in India (15 min.)
3. Opdracht: producten uit India (rest van de les) 

Lesdoelen

1. Je kunt uitleggen dat het Britse handelsmonopolie in India voordelen had voor de Britse handelaren, maar ook voor de Indiase bevolking en de Indiase vorsten 
2. Je kunt de Britse handelswijze in India in de 17e eeuw, met factorijen en bania's, beschrijven en verklaren 
3. Je kunt de ontwikkeling van de positie van Indiase handelsproducten in de wereldeconomie van de 17e, 18e en 19e eeuw beschrijven en verklaren.  

KA's 

25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van de wereldeconomie

Vragen?

Keuzemenu 

Keuze 1: Doe mee met de reguliere les. Volg de instructies van de docent

Keuze 2: Ga zelfstandig aan de slag. Doe het volgende: 

• Lees Britse Rijk 1.2 goed door 
• Neem de lessonup Britse Rijk 1.2 (deel 1) goed door en maak de vragen 
• Werk de eerste drie leerdoelen van Britse Rijk 1.2 uit . 

Maak een keuze! Niets doen is geen optie!

17e eeuw 

Factorijen

VOC

Nationalisme

Vooral voor de macht

Vooral voor de handel

Afzetmarkt

Hele gebied innemen

Kolonialisme 

 Modern imperialisme 

Industriële revolutie

19e eeuw 

Conferentie van Berlijn 

WIC

1

2

3

4

5

Pelgrim Fathers

Boston Tea Party

Britten schaffen slavernij af

Burgeroorlog Amerika

Monopolie Royal African Company

Het ontstaan van Brits India

• ±75% van India was in handen van de Mogol dynastie (sinds 16e eeuw)
  

• Begin 17e eeuw vestigden zich handelaren van De Republiek (VOC), Portugal en Engeland zich aan de kust van India 

• Ze stichtten factorijen om te handelen met de Mogol vorsten = kolonialisme/imperialisme 

Handel met India

• Mogolvorsten voorstanders  factorijen; meer handel = meer winst
• Sluiten deal met Britten: kochten stoffen en tapijten in India. 
• Deze werden geruild tegen goud, zilver en porselein.
• Zowel India als Britten profiteerden

EIC

• In 1600 richten de Britten de East India Company (EIC) 

Bevoegdheden:

• Alleen via de EIC handelen met India (handelsmonopolie)
• EIC mocht verdragen sluiten met de plaatselijke bestuurders;
• EIC moest Britse handelsbelangen in India beschermen, desnoods met geweld.
• EIC kreeg het bestuur over de overzeese gebieden

Katoen

• Geen Britse plantage in India
• Handel via Indiase tussenpersonen: Bania's

- Contact tussen factorij en katoenproducenten in het binnenland

• Handel winstgevend: grote vraag naar stoffen
• Deel stoffen naar Azië in ruil voor specerijen en naar Afrika in ruil voor slaven: er ontstaat een wereldwijd handelsnetwerk in katoen: handelskapitalisme  (KA 25)
• Royal Navy beschermde deze handel

Opdracht (15 min.)

Leerdoel drie luidt: Je kunt de ontwikkeling van de positie van Indiase handelsproducten in de wereldeconomie van de 17e, 18e en 19e eeuw beschrijven en verklaren.  

1. Vorm tweetallen. 

2. Lees eerst in stilte Par 1.2 door 

3. Probeer met z'n tweeën op papier te zetten welke producten per eeuw uit India kwamen, waar deze producten voor werden gebruikt en hoe deze producten uit India werden gehaald (tussenpersonen, direct, met geweld?)