In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Cursus Fictie
Slide 1 - Tekstslide
Planning
- Herhaling § 1: Wat is de setting en sfeer van een verhaal.
- Lesdoelen §2: Welke verschillende soorten perspectieven zijn er.
- Video-uitleg bekijken
- Verhaal klassikaal lezen
- Zelfstandig werken;
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling §1
Je mag je boek erbij pakken. Blz. 60 paragraaf 1 van het onderdeel Fictie.
Slide 3 - Tekstslide
Setting verhaal - 3 onderdelen
1. Plaats;
2. Tijd;
3. Omstandigheden.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is 'de setting' in een verhaal?
A
De manier waarop iemand in de ruimte van een verhaal wordt gezet.
B
De ruimte in een verhaal.
C
De tijd waarin het verhaal speelt.
D
De tijd en ruimte waarin het verhaal speelt.
Slide 5 - Quizvraag
Wat voor soort sfeer herken je in dit verhaal?
A
Humoristische
B
Gespannen
C
Romantische
D
Verdrietige
Slide 6 - Quizvraag
Op welke plek speelt het verhaal zich af?
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Texel
D
Vlieland
Slide 7 - Quizvraag
Waarom maakt de plek een houten hut op Vlieland de sfeer spannend?
A
eenzame plek op een eiland, waar je niet gemakkelijk weg kunt
B
er lopen veel mensen in het Bomenland
Slide 8 - Quizvraag
& 2 Perspectief
1. Lees de theorie op blz. 64. Markeer wat je belangrijk vindt.
2. Daarna bekijken we klassikaal de uitlegvideo, maak hierbij aantekeningen. Zometeen krijg je vragen over de theorie.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het perspectief van een verhaal ?
A
De richting waarin het verhaal gaat.
B
Degene die het verhaal geschreven heeft.
C
De uitgeverij van het verhaal.
D
De persoon waarvanuit je denkt en voelt als lezer.
Slide 10 - Quizvraag
Wat zou een ik- perspectief zijn?
A
Als een verhaal wordt verteld door de hoofdpersoon.
B
De gebeurtenissen vanuit het perspectief van verschillende personages.
Slide 11 - Quizvraag
Welk perspectief is dit?
A
Ik-perspectief
B
Hij/zij-perspectief
C
Wisselend perspectief
Slide 12 - Quizvraag
Opdracht
Wij lezen samen de 3 teksten van blz. 65 t/m 68.
Vervolgens maak je op je laptop opdracht 1, 2 en 3 van paragraaf 2 Perspectief van het onderdeel Fictie. Bedenk dat je een cijfer voor het verhaal krijgt en je krijgt een toets Fictie over de theorie.