1.
Ademhalingsstelsel: Zorgt voor de opname van zuurstof in het lichaam.
2. Bloedvatenstelsel: Zorgt voor transport van stoffen en warmte in het lichaam.
3. Bottenstelsel: Geeft je lichaam vorm, zorgt voor stevigheid en bescherming en maakt beweging mogelijk.
4. Hormoonstelsel: Regelt de hoeveelheid hormonen in je lichaam.
5. Spierstelsel: Maakt beweging mogelijk
6. Uitscheidingsstelsel: Zorgt voor uitscheiding van afvalstoffen uit je lichaam.
7. Verteringsstelsel: Zorgt voor de vertering van je voedsel.
8. Voortplantingsstelsel: Hiermee kun je je voortplanten.
9. Zenuwstelsel: Vervoert impulsen door je lichaam.
10. Zintuigenstelsel: Hiermee merk je verandering in je omgeving op.