mh2 ch3 CD-(E GRL5

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

le programme

parler français

au travail (lire/grammaire)

les devoirs

la fin

lesdoel

Je weet hoe je het bezittelijk voornaamwoord in het Frans gebruikt. 

SO

2e les na de vakantie

parler français

tu viens d'où? 

tu connais Kylian Mbappé?

Qu'est-ce qu'il fait?

c'est qui, ton idole?

c'est qui, ton chanteur/ta chanteuse préféré(e)?

au travail    (20min)

1. grammatica werkblad

2. leestekst

les devoirs

De vorige keer hebben we: grammaire C uitgelegd (mon,ton)

Het huiswerk was: 

maken C13&14, D18

leren A&B

Fais le test - 70% goed / huiswerkcontrole

quizlet.com

chapitre 3

C: bezittelijk voornaamwoord

mon ton son, ma ta sa, votre notre leur, 

mes tes ses vos nos leurs

phrases-clés (D)

Je ne sais pas.

les devoirs

chapitre 3 Havo

maak tekst B havo-stof

(=uitgedeeld)

les débuts de Jenifer

gelijk hebben = avoir raison

mee eens zijn = être d'accord

Tu es d'accord?

Non, je ne suis pas d'accord

Elle a raison.

Nous avons raison.

donc...

jij hebt gelijk = tu as raison

ik ben het er mee eens. = je suis d'accord

wij hebben gelijk = nous avons raison

zijn jullie het er mee eens? = vous êtes d'accord?

wat heb je geleerd? 

la prochaine fois

de volgende keer:

Interro ABCDE

bon weekend!