Bouwsteen 7: Evalueren

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Bouwsteen 7: Evalueren
Nederlands
Les  / Week 

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Bouwsteen 7: Evalueren
Nederlands
Les  / Week 

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je leren in Bouwsteen 7?

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen BS 7
Je kunt beoordelen hoe betrouwbaar informatie is.
Je kunt de argumentatie in een tekst beoordelen.
Je kunt benoemen op welke manier de schrijver of spreker zijn doel probeert te bereiken.
Je kunt informatie beoordelen op waarde voor jezelf en voor anderen.
Je kunt figuurlijk taalgebruik herkennen.
Je kunt figuurlijk taalgebruik toepassen.
Je kunt op een goede manier gebruikmaken van bronnen voor je eigen teksten.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel les 1 BS 7
Je kunt beoordelen hoe betrouwbaar informatie is.

Slide 6 - Tekstslide

Evalueren van een tekst
Evalueren van een tekst is het beoordelen van een tekst op een aantal punten, om de betrouwbaarheid vast te stellen. 

Op welk punten kan je een tekst beoordelen om betrouwbaarheid vast te stellen?

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Je werkt in een groepje van 4
Je krijgt 3 nieuwsberichten 

Je hebt 6 betrouwbaarheidspunten te verdelen
  • 1 punt voor de minst betrouwbare tekst
  • 2 punten voor de tekst die jullie vervolgens als meest betrouwbaar beoordelen
  • 3 punten voor de meest betrouwbare tekst

Noteer op basis van welke beoordelingspunten jullie de rangschikking gemaakt hebben. 

Slide 8 - Tekstslide

Beoordelingspunten betrouwbaarheid tekst

Slide 9 - Woordweb

Betrouwbaarheid beoordelen
Stap 1: Beoordeel de plaats van publicatie
Stap 2: Beoordeel de schrijver(s) en het doel
Stap 3: Beoordeel de actualiteit
Stap 4: Beoordeel de inhoud
Is de informatie controleerbaar?
Is de inhoud geschikt?
Zijn er meerdere bronnen te vinden met dezelfde of vergelijkbare informatie?

Slide 10 - Tekstslide

Wat je gaat doen: 
7.2 Lezen:
Lees: 
Introductie, 
Theorie betrouwbaarheid beoordelen, 
Theorie aanvaardbaarheid van argumentatie.

Maak: 
Opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10  
Hoe je dat gaat doen: 
Zelfstandig aan de slag.
- Muziek = oké, als je mij nog kunt horen.
- Overleg = oké, als het gaat over de lesstof, als het op fluistervolume gaat, als het niet voortdurend is.
- Vraag = vinger opsteken.
- Klaar = vinger opsteken & overleggen over wat je kan doen.  

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk & volgende les:
Huiswerk:
7.2 Lezen: 
  •  Lees: Introductie, Theorie betrouwbaarheid beoordelen, Theorie aanvaardbaarheid van argumentatie. 
  • Maak: Opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10  

Volgende les: 
7.2 Lezen & 7.4 Luisteren
  • Argumentatie in een tekst beoordelen. 
  • Betrouwbaarheid van informatie beoordelen. (herhaling)

Slide 12 - Tekstslide

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Bouwsteen 7: Evalueren
Nederlands
Les  / Week

Slide 13 - Tekstslide

Planning
  • 10 min. Welkom & presentie.
  • 5 min. Aangepaste weekchecks & FB-momenten. Studiepunten bijgewerkt. 
  • 15 min. Terugblik & gezamenlijk oefenen. 
  • 25 min. Aan de slag!
  • 5 min. Les afsluiten.  

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen BS 7
Je kunt beoordelen hoe betrouwbaar informatie is.
Je kunt de argumentatie in een tekst beoordelen.
Je kunt benoemen op welke manier de schrijver of spreker zijn doel probeert te bereiken.
Je kunt informatie beoordelen op waarde voor jezelf en voor anderen.
Je kunt figuurlijk taalgebruik herkennen.
Je kunt figuurlijk taalgebruik toepassen.
Je kunt op een goede manier gebruikmaken van bronnen voor je eigen teksten.

Slide 16 - Tekstslide

Beoordelen betrouwbaarheid teksten

Slide 17 - Woordweb

Leerdoel les 2 BS 7
Je kunt de argumentatie in een tekst beoordelen.

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer vind jij een argument goed?

Slide 19 - Open vraag

Aanvaardbaarheid van argumentatie
Zijn de uitspraken controleerbaar?
Zijn de argumenten relevant?
Vertoont de argumentatie een logische samenhang?
Zijn de argumenten toereikend?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke twee argumenten vinden jullie het sterkst? + Waarom?

Slide 22 - Open vraag

Huiswerk & volgende les:
Huiswerk:
  •  7.1 (zie schema IL)
  • 7.2 (zie schema IL)
  • 7.3 (zie schema IL)
  • 7.4 1/2 (zie schema IL)

Volgende les: 
  • Figuurlijk taalgebruik
  • 7.5 
  • 7.8 Voorbereidingstoets 
  • BS 7 Eindtoets

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk & volgende les:
Huiswerk:
  •  7.1 (zie schema IL)
  • 7.2 (zie schema IL)
  • 7.3 (zie schema IL)
  • 7.4 1/2 (zie schema IL)

Volgende les: 
  • Figuurlijk taalgebruik
  • 7.5 
  • 7.8 Voorbereidingstoets 
  • BS 7 Eindtoets

Slide 25 - Tekstslide

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Bouwsteen 7: Evalueren
Nederlands
Les  / Week 

Slide 26 - Tekstslide

Planning
  • 10 min. Welkom & presentie.
  •  15 min. Terugblik & theorie. 
  • 25 min. Aan de slag!
  • 5 min. Afsluiten les. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen BS 7
Je kunt beoordelen hoe betrouwbaar informatie is.
Je kunt de argumentatie in een tekst beoordelen.
Je kunt benoemen op welke manier de schrijver of spreker zijn doel probeert te bereiken.
Je kunt informatie beoordelen op waarde voor jezelf en voor anderen.
Je kunt figuurlijk taalgebruik herkennen.
Je kunt figuurlijk taalgebruik toepassen.
Je kunt op een goede manier gebruikmaken van bronnen voor je eigen teksten.

Slide 29 - Tekstslide

Goede argumenten

Slide 30 - Woordweb

Leerdoel les 3 BS 7
Je kunt figuurlijk taalgebruik herkennen.
Je kunt figuurlijk taalgebruik toepassen.

Slide 31 - Tekstslide

Hij voelt zich daar helemaal op zijn plaats. 
Ze blijft bij haar standpunt.
Dat begrijp ik niet. 
Ze houdt haar poot stijf.
Hij voelt zich daar als een vis in het water. 
Dat gaat mijn pet te boven.

Slide 32 - Sleepvraag

Schrijf een zin, waarin je het volgende voorbeeld van figuurlijk taalgebruik verwerkt: De beste stuurlui staan aan wal.

Slide 33 - Open vraag

Figuurlijk taalgebruik/ beeldspraak
Figuurlijk taalgebruik of beeldspraak wordt ingezet om iets toe te lichten, een mening krachtiger te presenteren of gevoelens duidelijk te maken. 
Het wordt gebruikt om een tekst afwisselender en aantrekkelijker te maken. 

Wanneer figuurlijk taalgebruik wordt gebruikt om je te overtuigen --> vraag je dan af of het beeld klopt met de werkelijkheid. 

Bijv. 'We hebben te maken met een tsunami aan vakantiegangers die ons dorp elk jaar overspoelt.' 

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk & volgende les:
Huiswerk:
  •  7.5 (zie schema IL)
  • 7.8 Voorbereidingstoets
  • BS 7 Eindtoets

Volgende les: 
  • Opstarten Bouwsteen 8 - Samenvatten

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag!

Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk & volgende les:
Huiswerk:
  •  7.5 (zie schema IL)
  • 7.8 Voorbereidingstoets
  • BS 7 Eindtoets

Volgende les: 
  • Opstarten Bouwsteen 8 - Samenvatten

Slide 37 - Tekstslide