Oefenen met WO2 par 1 en 2 2M

De Tweede Wereldoorlog
Oefentoets
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Tweede Wereldoorlog
Oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

➤Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog in Europa?
A
1939
B
1940
C
1945
D
1914

Slide 2 - Quizvraag

Met de inval in welk land begon de Tweede Wereldoorlog?





A
Nederland
B
Polen
C
België
D
Rusland

Slide 3 - Quizvraag

De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 4 - Quizvraag

Asmogendheden
Geallieerden
Frankrijk
Groot-Brittannië
Italië
Duitsland
Sovjet-Unie
Japan
Verenigde Staten

Slide 5 - Sleepvraag

Nederland was tijdens de Tweede Wereldoorlog:
A
Niet neutraal
B
Neutraal

Slide 6 - Quizvraag

➤Welke Nederlandse stad werd in het begin van de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd?
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Rotterdam
D
Utrecht

Slide 7 - Quizvraag

➤Wie was de leider van Engeland tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
Churchill
B
Mussolini
C
Roosevelt
D
Stalin

Slide 8 - Quizvraag

➤Met welk land sloot Hitler voor de Tweede Wereldoorlog een niet-aanvalsverdrag?
A
Frankrijk
B
Groot-Brittannië
C
Sovjet-Unie
D
Tsjechoslowakije

Slide 9 - Quizvraag

➤De Tweede Wereldoorlog in Nederland begon op:
A
5 mei 1940
B
8 mei 1940
C
10 mei 1940
D
15 mei 1940

Slide 10 - Quizvraag

Wat of wie herdenken wij op 4 mei??





A
Alle oorlogsslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en oorlogssituaties en vredesmissies nadien
B
Het begin van de Tweede Wereldoorlog
C
Het einde van de Tweede Wereldoorlog
D
De Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en oorlogssituaties en vredesmissies nadien

Slide 11 - Quizvraag

➤De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op
:




A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1945
D
4 mei 1945

Slide 12 - Quizvraag

➤Welk land stond in de Tweede Wereldoorlog aan de kant van Duitsland?
A
Mexico
B
Rusland
C
Japan
D
China

Slide 13 - Quizvraag

➤Wanneer gingen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten meedoen met de Tweede Wereldoorlog?
A
1939
B
1940
C
1941
D
1942

Slide 14 - Quizvraag

Wat maakt de Sovjet-Unie tot een vijand van Duitsland in de Tweede Wereldoorlog?
A
Operatie Barbarossa
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939

Slide 15 - Quizvraag

Duitsland heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog veel landen aangevallen, waaronder Frankrijk, Polen en de Sovjet-Unie.

➤In welke volgorde werden deze landen door Duitsland aangevallen?
A
Frankrijk – Polen – Sovjetunie
B
Frankrijk – Sovjetunie – Polen
C
Polen – Frankrijk – Sovjetunie
D
Polen – Sovjetunie – Frankrijk

Slide 16 - Quizvraag

Duitsland heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog veel landen aangevallen, waaronder Frankrijk, Polen en de Sovjetunie.
➤Welke titel hoort bij de kaart van Europa?
A
bondgenoten van Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog
B
Duitsland, bondgenoten en door Duitsland bezette gebieden
C
landen die deelnemen aan de Tweede Wereldoorlog
D
lidstaten van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog

Slide 17 - Quizvraag

Veel historici zien de afloop van de Eerste Wereldoorlog als een oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.

➤Welk argument hoort bij deze mening?
A
De Sovjet-Unie sloot een niet-aanvalsverdrag met Duitsland.
B
Duitsland was ontevreden over het Verdrag van Versailles.
C
Frankrijk wilde het verloren grondgebied terug hebben.
D
Groot-Brittannië vond dat Duitsland niet hard genoeg was aangepakt.

Slide 18 - Quizvraag


De kaarten laten verschillende troepenbewegingen zien tijdens de Tweede Wereldoorlog.
➤Wat is de juiste volgorde?
A
Eerst 2, dan 3, vervolgens 1 en ten slotte 4.
B
Eerst 2, dan 4, vervolgens 3 en ten slotte 1.
C
Eerst 1, dan 2, vervolgens 3 en ten slotte 4.
D
Eerst 4, dan 2, vervolgens 1 en ten slotte 3.

Slide 19 - Quizvraag

Hieronder staan vier beweringen over de Jodenvervolging in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
➤Welke bewering is juist?
A
Alleen Joden waren verplicht altijd een persoonsbewijs bij zich te hebben.
B
Het grootste deel van de Joden kon de oorlog overleven dankzij de mogelijkheid om onder te duiken.
C
Joden werden vervolgd omdat ze tegen de nazi's waren en niet op de NSDAP stemden.
D
Na een razzia werden Joden afgevoerd naar doorgangskamp Westerbork.

Slide 20 - Quizvraag