Praten over proza Tijd 1_4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

V4

3 en 5 oktober 2022

Praten over proza 1.4

Tijd

Tijd in verhalen

- vertelde tijd / verteltijd

- versnelling / vertraging

- vertelvolgorde

verteltijd / vertelde tijd

verteltijd: tijd die je nodig hebt om het verhaal te lezen (vaak uitgedrukt in blz.)

vertelde tijd: het tijdsverloop in het verhaal

1 dag / 1 jaar / 25 jaar / 100 jaar

versnelling / vertraging

versnelling: tijd wordt beknopter verteld

Twee dagen later... 

Nadat ze de tent hadden opgezet... 

vertraging: verteltijd > vertelde tijd

uitgebreide beschrijvingen (doel: spanning opwekken)

Vertelvolgorde

Uitgangspunt: verhaallijn A-Z

chronologisch

Niet-chronologisch 

(a-chronologisch)

Achteruitvertelling

Voorbeeld

Tessa de Loo - Het rookoffer

Begint bij het einde, werkt per maand /week terug naar het begin

twee begrippen hierbij:

fabel: De verhaallijn zoals die er chronologisch uitziet (A-Z)

sujet: De verhaallijn zoals die aan de lezer gepresenteerd wordt 

Andere begrippen:

Vertelheden: het 'nu' in het verhaal

Vooruitwijzing: Je krijgt informatie over iets wat nog gaat gebeuren (dragen bij aan spanning)

Ze wist toen nog niet dat ze hem hierna nooit meer zou zien. 

Cliffhanger: het verhaal wordt onderbroken op een spannend moment.

Opdrachten bij 1.4

Opdracht 1

1

2

3

4

5

6

Een door Sokolov ontworpen raket explodeert. 

Sokolov verhuist naar Israël. 

Sokolov is ruimtevaartgeleeerde in Kalininigrad (Rusland). 

Sokolov is straatveger in Tel Aviv (Israël). 

Sokolov raakt aan de drank.  

Sokolov wordt 'gedeporteerd' naar Tomsk (Rusland).   

Andere opgaven: zelfstandig doorwerken

En: 1 t/m 1.3 nakijken (Teams)