Quiz markt mavo 3 economie

Als de vraag naar een product stijgt ...
A
daalt de prijs
B
stijgt de prijs
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Als de vraag naar een product stijgt ...
A
daalt de prijs
B
stijgt de prijs

Slide 1 - Quizvraag

Als de prijs stijgt dan ...
A
daalt het aanbod
B
stijgt het aanbod

Slide 2 - Quizvraag

Als het aanbod groter is dan de vraag dan zal ...
A
de prijs dalen
B
de prijs stijgen

Slide 3 - Quizvraag

Als de vraag stijgt en het aanbod gelijk blijft, dan ...
A
daalt de prijs
B
stijgt de prijs

Slide 4 - Quizvraag

Als het aanbod stijgt en de vraag blijft gelijk, dan ...
A
daalt de prijs
B
stijgt de prijs

Slide 5 - Quizvraag

Welke lijn zien we hier?
A
Aanbodlijn
B
Vraaglijn

Slide 6 - Quizvraag

Verklaar waarom de vraaglijn een dalend verloop heeft.

Slide 7 - Open vraag

Verklaar waarom een aanbodlijn een stijgend verloop heeft.

Slide 8 - Open vraag

Een vraaglijn kan naar rechts verschuiven. Noem 1 verklaring waarom.

Slide 9 - Open vraag

Een aanbodlijn kan naar links verschuiven. Noem een reden waarom.

Slide 10 - Open vraag

1 aanbieder, homogeen product en moeilijke toetreding. Het gaat hier om ...
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Volkomen concurrentie

Slide 11 - Quizvraag

Veel aanbieders, homogeen product en makkelijk toe te treden. Het gaat hier om...
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Volkomen concurrentie

Slide 12 - Quizvraag

Bij deze marktvorm heeft de aanbieder de meeste invloed op de prijs. Het gaat dan om ...
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Volkomen concurrentie

Slide 13 - Quizvraag

Koopwoningen worden op de koopwoningmarkt verkocht. Er zijn veel vragers en aanbieders op de woningmarkt. Van welke marktvorm is hier sprake? Leg uit waarom!

Slide 14 - Open vraag

De Nederlandsche bank heeft het alleenrecht om geld bij te drukken. Dit is een ...
A
Natuurlijk monopolie
B
Overheidsmonopolie
C
Economisch monopolie

Slide 15 - Quizvraag

Stel, er is een oligopolie. Waarom is het niet slim om met elkaar te concurreren op basis van de prijs?

Slide 16 - Open vraag

Een kartel is een afspraak tussen ...
A
consumenten en producenten
B
producenten

Slide 17 - Quizvraag

Een kartel heeft als doel om ...
A
concurrentie te vergroten
B
concurrentie te verminderen
C
te hoge prijzen tegen te gaan

Slide 18 - Quizvraag