In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Basisvaardigheden
SI-eenheden
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 1 Basisvaardigheden
Na deze lessen:
* Weet je het verschil tussen grootheden en eenheden
* Weet je waarom er standaardeenheden zijn
* Kun je eenheden in elkaar omrekenen
* Weet je hoe je rekent met machten van 10
* Kun je het juiste aantal significante cijfers bepalen bij een vermenigvuldiging
* Kun je bepalen wat een meetonzekerheid is.
Slide 2 - Tekstslide
Grootheden en eenheden
Eigenschappen die we kunnen meten noemen we grootheden. Voorbeelden hiervan zijn: lengte (ℓ), oppervlakte (A), massa (m), tijd (t), snelheid (v), temperatuur (T).
Waarin we die eigenschappen uitdrukken noemen we eenheden. Voorbeelden van eenheden zijn: meter (m), vierkante meter (m²), kilogram (kg), seconde (s)
Wanneer we een meetresultaat willen noteren, schrijven we altijd eerst de grootheid op, daarna een = teken, dan het getal en tenslotte de eenheid.
Voorbeeld:
P = 10,4 N/m²
Slide 3 - Tekstslide
GROOTHEDEN
EENHEDEN
massa
afstand
snelheid
tijd
gram
ampere
meter
liter
Kelvin
km/h
Slide 4 - Sleepvraag
SI-eenheden
Er zijn 7 basis S.I.-eenheden afgesproken, waarmee je allerlei andere eenheden kan afleiden door deze te combineren.
Basis SI-eenheden, afgeleide SI-eenheden en niet-SI-eenheden
Slide 5 - Tekstslide
Noem 3 eenheden uit het SI-stelsel
Slide 6 - Woordweb
Andere eenheden
Andere SI-eenheden als Newton (N) en Joule (J) kun je in basiseenheden uitdrukken:
N = kg·m·s¯²
W = J/s = J·s¯¹ = kg·m²·s¯²·s¯¹ = kg·m²·s¯³
Je hebt ook "andere eenheden" zoals de inch, mijl, calorie.
Deze moet je (ingewikkeld) omrekenen.
Slide 7 - Tekstslide
Noem 3 eenheden *niet* uit het SI
Slide 8 - Woordweb
Wie gebruiken geen SI ..?
Slide 9 - Tekstslide
Extra: hierom...
Mars Climate orbiter
Crashte op 23 september 1999 bij aankomst op Mars
Slide 10 - Tekstslide
Foutjes in eenheden ....
Mars Climate orbiter
Het project was een samenwerking tussen Europa en de VS. Om in een baan om Mars te komen, moest de motor met een bepaalde waarde worden ontbrand om op de juiste hoogte terecht te komen.
Omdat beide partijen verschilde eenheden gebruikte, werd een verkeerde eenheid toegekend aan de motor van de ruimtesonde, waardoor die te lage snelheid kreeg, en dus een te lage baan en uiteindelijk in 1998 op Mars crashte...
Slide 11 - Tekstslide
Extra: kosten?
327,6 miljoen dollar
Ja, daarom.
Slide 12 - Tekstslide
Voorvoegsels
Een voorvoegsel mag je vervangen door
"wat het betekent".
Hoeveel Volt is 3 mV ???
m = milli = 10-3 en daarom
3 mV = 3 x 10-3 V
= "drie duizendste Volt"
Op de plek van het woord "milli" zet je wat het betekent dus x10-3
Slide 13 - Tekstslide
Hoeveel Volt is 1,2 GV ?
A
12 000 000
B
12 000
C
1 200 000 000
D
12 000 000 000
Slide 14 - Quizvraag
Basisvaardigheden
Werken met machten van 10
Slide 15 - Tekstslide
Rekenregels
Machten van 10 - waarom?
Slide 16 - Tekstslide
Nakijken huiswerk HS §1, §2, §3
grootheden en eenheden
werken met machten van 10
orde van grootte bepalen
Slide 17 - Tekstslide
Basisvaardigheden
Meetonzekerheid
Significante cijfers
Slide 18 - Tekstslide
Meetonzekerheid
In de natuurkunde doe je metingen. Hierbij is het aantal cijfers belangrijk. Het meest rechtse cijfer is een schatting.
Links: 6,7 (tussen 6,65 en 6,75)
Rechts: 6,73 (tussen 6,725 en 6,735)
zie blz 26 boek
Slide 19 - Tekstslide
x of /
P = U x I
U = 5,00 V en I = 2 A
Wat is P?
Je telt het aantal sign. cijfers
Het laagste aantal is het aantal voor je eindantwoord.