57 Tijd- opsomming - tegenstelling -Oorzaak en gevolg (herhaling)

Signaalwoorden-
start je laptop op

We herhalen de verbanden en signalen woorden t.a.v. opsomming, tijd en tegenstelling.

We leren een nieuw tekstverband OORZAAK-GEVOLG + bijbehorende signaalwoorden.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Signaalwoorden-
start je laptop op

We herhalen de verbanden en signalen woorden t.a.v. opsomming, tijd en tegenstelling.

We leren een nieuw tekstverband OORZAAK-GEVOLG + bijbehorende signaalwoorden.

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Korte opfriscursus signaalwoorden
daarna 30 seconds

Slide 2 - Tekstslide

Tijd
De volgorde waarin dingen gebeuren:

Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.



Slide 3 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord?

Slide 4 - Open vraag

Opsomming
Dingen die bij elkaar horen en achter elkaar opnoemen.

En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Slide 5 - Tekstslide

Tegenstelling
Er wordt iets gezegd en daarna wordt het tegenovergestelde gezegd.

Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaak – gevolg
Er gebeurt iets (OORZAAK) en dat heeft een gevolg.


door, daardoor, doordat, waardoor, zodat, omdat, als gevolg daarvan, met als gevolg, en gevolge van

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

OEFENEN

Slide 11 - Tekstslide

Terwijl de politie onderzoek doet naar het ongeluk, worden de gewonden meegenomen naar het ziekenhuis.
Wat voor een signaalwoord is terwijl?
A
Tijd
B
Opsomming
C
Tegenstelling

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in de volgende zin:
Ik wil niet naar mijn oma, toch ga ik even kijken hoe het met haar gaat.

Slide 13 - Open vraag

Ik eet geen vlees, toch lijkt het mij wel heel lekker.
Wat voor een soort signaalwoord is TOCH?
A
Tegenstelling
B
opsomming
C
Tijd

Slide 14 - Quizvraag

signaalwoorden oorzaak-gevolg zijn
A
maar, echter
B
doordat, daardoor, als gevolg van
C
ten eerste, verder, ook
D
tegenover, daarentegen

Slide 15 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft geen volgorde (tijd) aan?
A
Dan
B
Vervolgens
C
Ten slotte
D
Zoals

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een oorzaak-gevolg
A
Ik viel van de trap, doordat mijn veter loszat.
B
De spits van Ajax krijgt de bal goed aangespeeld, waardoor hij scoort.
C
Hij staat een acht voor de vakken wiskunde en Engels.
D
De kleuren van de vlag zijn geel en blauw.

Slide 17 - Quizvraag

Rest vd les
30 sec

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide