57 Tijd- opsomming - tegenstelling -Oorzaak en gevolg (herhaling)

Signaalwoorden 


We herhalen de verbanden en signalen woorden t.a.v. opsomming, tijd en tegenstelling.

We leren een nieuw tekstverband OORZAAK-GEVOLG + bijbehorende signaalwoorden.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Signaalwoorden 


We herhalen de verbanden en signalen woorden t.a.v. opsomming, tijd en tegenstelling.

We leren een nieuw tekstverband OORZAAK-GEVOLG + bijbehorende signaalwoorden.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord?

Slide 2 - Open vraag

Tijd
De volgorde waarin dingen gebeuren:

Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.



Slide 3 - Tekstslide

Opsomming
Dingen die bij elkaar horen en achter elkaar opnoemen.

En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Slide 4 - Tekstslide

Tegenstelling
Er wordt iets gezegd en daarna wordt het tegenovergestelde gezegd.

Maar, echter, daarentegen,

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaak – gevolg
Er gebeurt iets (OORZAAK) en dat heeft een gevolg.


daardoor, doordat, waardoor, met als gevolg, 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

OEFENEN

Slide 10 - Tekstslide

Terwijl de politie onderzoek doet naar het ongeluk, worden de gewonden meegenomen naar het ziekenhuis.
Wat voor een signaalwoord is terwijl?
A
Tijd
B
Opsomming
C
Tegenstelling

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in de volgende zin:
Ik wil niet naar mijn oma, toch ga ik even kijken hoe het met haar gaat.

Slide 12 - Open vraag

signaalwoorden oorzaak-gevolg zijn
A
maar, echter
B
doordat, daardoor, als gevolg van
C
ten eerste, verder, ook
D
tegenover, daarentegen

Slide 13 - Quizvraag

Ik eet geen vlees, toch lijkt het mij wel heel lekker.
Wat voor een soort signaalwoord is TOCH?
A
Tegenstelling
B
opsomming
C
Tijd

Slide 14 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft geen volgorde (tijd) aan?
A
Dan
B
Vervolgens
C
Ten slotte
D
Zoals

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een oorzaak-gevolg
A
Ik viel van de trap, doordat mijn veter loszat.
B
De spits van Ajax krijgt de bal goed aangespeeld, waardoor hij scoort.
C
Hij staat een acht voor de vakken wiskunde en Engels.
D
De kleuren van de vlag zijn geel en blauw.

Slide 16 - Quizvraag