interpunctie

Interpunctie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Interpunctie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les...
Leer je:
  • Waarom leestekens belangrijk zijn
  • Welke leestekens er zijn: . ! ? , "
  • Hoe je de verschillende leestekens gebruikt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom leestekens?
Het maakt een tekst makkelijker te lezen.
Leestekens kunnen een tekst een andere betekenis geven.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik houd van je lieve vriendin.

Van wie houd ik?
A
van jou
B
van jouw vriendin

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik houd van je, lieve vriendin.

Ik houd van je lieve vriendin.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De voorzitter zei de secretaris is niet geschikt voor zijn functie.

Wie is er ongeschikt?
A
De voorzitter
B
De secretaris

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"De voorzitter," zei de secretaris, "is niet geschikt voor zijn functie."

De voorzitter zei: "de secretaris is niet geschikt voor zijn functie."

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het einde van een zin
Dit is een zin. Is dit een vraag? Dit is heel belangrijk!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesteken voor emoties, waarschuwingen, gebiedende wijs en uitroepen.

A
?
B
.
C
!
D
,

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Woest, word ik ervan! 
  • Pas op, glad! 
  • Zit!
  • Ik ben thuis!

Slide 11 - Tekstslide

emotie
waarschuwing
Gebiedende wijs
uitroep

We aten appels, sinaasappels, druiven, enz..
A
Goed
B
Niet goed

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De komma
  • tussen twee persoonsvormen in samengestelde zinnen:
    Als je hier de hoek om gaat, kom je bij de bushalte

  • in een opsomming (maar niet voor het woordje 'en'):
    Ik heb een hond, twee katten, zes goudvissen en een konijn.

  • achter een briefaanhef:
    Geachte redactie,

  • Achter een slotgroet:  
    Met vriendelijke groet,

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De komma
  • rondom een aanspreking: 
    Bello, waar ben je?
    Maar, Ruud, je moet wel je best doen.
    Wat kost die fiets, meneer?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
André Hazes, we missen je pik.
B
André Hazes we missen je, pik.
C
André Hazes, we, missen je pik.
D
André Hazes, we missen je, pik.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na welk woord hoort de komma?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na welk woord hoort de komma?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De komma
  • komt voor signaalwoorden zoals 'omdat', 'want' en 'hoewel':
    Ik blijf thuis, omdat de timmerman komt.
     Hij is ziek, want hij heeft koorts.
     Ik kom op je verjaardag, hoewel het een hele reis is.

  • rondom een bijzin of toevoeging die iets meer vertelt over het zojuist genoemde:
    Nick en Simon, een populair duo uit Volendam, hebben een nieuwe cd.
    De benzineprijs, die al vier keer verhoogd is, jaagt de mensen de auto uit.
      

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanhalingstekens
  • Bij citaten. Dus als je letterlijk vertelt wat
    iemand heeft gezegd, komt het gesproken gedeelte
    tussen aanhalingstekens.

De juf zei: "Pak allemaal je boek en lees de eerste bladzijde".

"Blijf van me af", riep de jongen.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanhalingstekens
  • Voor een titel van een boek of film.

De folder ‘Dat lossen we samen wel op’ vind ik betuttelend.



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanhalingstekens
  • Voor ironie, woordgrapjes, zelfbedachte woorden en als je het over het woord als woord hebt.

Gut, wat kijk ik ‘charmant’ op deze foto.

De aanhalingstekens hebben dan een ‘knipoogfunctie’: u, lezer, begrijpt dit wel.

Het woord ‘tafel’ heeft vijf letters.
 



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist:
Lotte zei: "Wat een leuke jongen".
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De leerling ging enthousiast aan de slag met zijn strafwerk.
Waar komen de aanhalingstekens?
A
Om het woord 'leerling'
B
Om het woord 'slag'
C
Om het woord 'enthousiast'
D
Om het woord 'strafwerk'

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Nu is het tijd om te oefenen, zei juf.
Waar komen de aanhalingstekens?
A
Na 'zei'
B
Na de komma
C
Na 'oefenen'
D
Na 'juf'

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies