Oefenen waarnemen & gedrag Thema 3

Oefenen waarnemen & gedrag Thema 3
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen waarnemen & gedrag Thema 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 5 zintuigen (organen die prikkels) waarnemen zijn...
A
oren, ogen, neus, smaakzintuigen, huid
B
reukzintuig, smaakzintuig, gevoel, tast, temperatuur
C
ogen, reukzintuig, smaakzintuig, oren, pijn
D
gevoel, tast, druk, temperatuur, pijn

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt je je bewust van een waarneming?
A
Als er een prikkel in je zintuig aankomt.
B
Als het impuls in de hersenen is verwerkt.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met pijnpunten kan je pijn waarnemen. Wat zijn pijnpunten?
A
uiteinden van huidcellen
B
uiteinden van zenuwcellen
C
uiteinden van spiercellen
D
uiteinden van warmtezintuigcellen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Planten kunnen waarnemen en reageren
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je tong kan aardbeiensmaak waarnemen.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke volgorde gaat waarnemen?
A
impuls - hersenen - impuls - actie - prikkel
B
prikkel - actie - impuls - hersenen - impuls
C
impuls - actie - impuls - prikkel - hersenen
D
prikkel - impuls - hersenen - impuls - actie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen mensen hun omgeving waarnemen?
A
Zintuigen geven prikkels door naar hersenen
B
Door middel van ogen, oren, neus, mond en huid
C
De hersenen verwerken impulsen van zintuigen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-welke vier prikkels kan onze huid waarnemen?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen van de huid
bloedvat
Haar
Haarspiertje
Hoornlaag
vetweefsel
Zweetklier
Talgklier

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

licht
smaak
in de huid
gehoorzintuig
geur

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


In welk deel van het oor worden geluidstrillingen omgezet in impulsen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
6,7,8
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

                           is een  prikkel voor het oog.


Geluid is de prikkel voor je                   .  
 

In een zintuigcel wordt de                       omgezet in een 

 oor 
licht
impuls 
prikkel

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het zintuig naar de bijhorende prikkel.
Oog
Tong
Neus
Huid
Oor

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel: benoemen welke route een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor.
Wat is de route die een geluidsprikkel door het oor aflegt? Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
Gehoorschelp -->
-->
-->
-->
-->
-->
Aambeeld
Hamer
Gehoorgang
Trommelvlies
Stijgbeugel
Slakkenhuis

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het gekleurde deel van het oog

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke drie lagen bestaat het oog (van buiten naar binnen)?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lichtprikkels van de patat komen op zintuigcellen in                .
Impulsen lopen door het                                         naar de                                                                                      .
het oog
hersenen
ruggenmerg

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Vangt lichtprikkels op
beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
oogzenuw
lens

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschermt het oog tegen vuil en te fel licht
Beschermt het oog tegen uitdroging
Verspreidt traanvocht over het oog
Zorgt ervoor dat zweet langs het oog loopt
Produceert traanvocht
Ooglid
Traanklier
Traanvocht
Wenkbrauw
Wimper

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben prikkels met gedrag te maken?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is aangeboren gedrag?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is gedrag?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN gedrag.
A
Leerling slaapt in de les.
B
Een vleesetende plant vangt een vlieg
C
Hond rolt in het gras.
D
Vogel zit stil op een tak.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aangeboren gedrag is gedrag dat je zelf al kan, zonder het te moeten leren
A
klopt
B
klopt niet

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door welke vorm van leren heeft deze jongen dit gedrag hoogstwaarschijnlijk geleerd?
A
Imitatie
B
Imprenting
C
Oefening
D
Inzicht

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ethogram?
A
Een bioloog die gedrag onderzoekt
B
Een lijst met handelingen die een dier kan vertonen
C
Een tabel met handelingen uitgezet tegen de tijd
D
Het gewicht van een prikkel

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een handeling?

Hoe noem je een bioloog die gedrag onderzoekt wel?

Wat is een protocol?

A
Je schrijft op wat je van het gedrag vindt
B
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij één dier
C
Je schrijft op wat het dier doet
D
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij alle dieren van één soort

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kun je de volgende tekst tegenkomen:

GR. - grommen - de hond maakt een laag, rommelend geluid, diep in zijn keel
A
Ethologie
B
Ethogram
C
Protocol

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maxime en Zolikha kiezen één bepaalde chinchilla uit en noteren vijf minuten lang, elke vijf seconden, welk gedrag dit dier vertoont. Hun resultaten staan in tabel 2.

Hoe wordt tabel 2 genoemd?
A
ethogram
B
practicum
C
protocol

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
Je maakt een protocol, voor je het ethogram maakt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij hebt een protocol gemaakt en ziet hierin dat een kraai altijd gaat vechten als een (mannelijke) soortgenoot zijn territorium binnendringt.
Wat kun je zeggen over de prikkel 'zien van een mannelijke soortgenoot' in een eigen territorium?
A
Het is een nestteritorium
B
Het is een voedselteritorium
C
Dit is aangeleerd gedrag
D
Dit is een sleutelprikkel

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

aangeleerd/aangeboren gedrag

Een papegaai spreekt woorden uit
A
aangeleerd gedrag
B
aangeboren gedrag

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben mensen en dieren reflexen?
A
Uit bescherming
B
Door gewoontes
C
Door aangeleerd gedrag veel te herhalen
D
Zo hoef je niet bij elke handeling na te denken

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Biggetjes die meteen melk kunnen drinken bij hun moeder
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij ... is sprake van gedrag dat wordt aangeleerd in de korte, gevoelige periode na de geboorte
A
Reflex
B
Imiteren
C
Inprenting
D
Rangorde

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies