In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Waarmee kun je een virus niet bestrijden?
A
anti-virale middelen
B
antibiotica
C
antistof makende WBC
D
serum
Slide 1 - Quizvraag
Witte bloedcellen Wat is NIET waar?
A
etter bestaat uit dode witte bloedcellen en dode ziekteverwekkers
B
elke witte bloedcel kan door de wand van een bloedvat
C
bepaalde witte bloedcellen kunnen bijv. bacteriën insluiten
D
bepaalde witte bloedcellen kunnen antistoffen maken
Slide 2 - Quizvraag
Wanneer word je ziek?
A
als bacteriën teveel giftige stoffen uitscheiden
B
als er heel veel bacteriën in je lichaam zitten
C
Als de witte bloedcellen de bacterie aanvallen
D
als de bacterie gedood wordt door een witte bloedcel.
Slide 3 - Quizvraag
Je ziet hier een vreetcel. Op welke andere manier worden ziekteverwekkers gedood?
A
Witte bloedcellen maken antigenen
B
Witte bloedcellen maken antistoffen
C
Antigenen maken Antigenen
D
Antigenen maken antistoffen
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
allergie
Bij een allergie reageert een lichaam extreem gevoelig op antigenen van stoffen waar de meeste mensen normaal op reageren.
Deze stoffen veroorzaken een afweerreactie.
Slide 7 - Tekstslide
Allergie
allergie: je lichaam reageert extreem op antigenen (van stuifmeel, huisstofmijt, haren van huisdieren). De afweerreactie veroorzaakt niezen, benauwdheid, jeuk.
Slide 8 - Tekstslide
Allergie en intolerantie
Voedselallergie: afweersysteem reageert op voedsel
Voedselintolerantie: ongewone reactie op voedingsmiddelen
Slide 9 - Tekstslide
Auto-immuunziekte
Bij een auto-immuunziekte maken witte bloedcelle antistoffen tegen je eigen lichaamscellen.
Diabetes type 1, reuma en MS zijn voorbeelden van auto-immuunziekten.
Slide 10 - Tekstslide
Resistentie
Resistente bacteriën zijn ongevoelig voor antibiotica en gaan niet meer dood.