K1 P1 W3 Lesson 1 I Writing & Grammar

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welcome ZK1A 

Good morning!

Week 3 - Lesson 1 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • SO Information
  • Grammatica herhalen: Present Simple
  • I. Writing & Grammar
  • Vocabulary game 
For today's lesson:

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I can use the object pronouns and the interrogative pronouns.

Lesson goal

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Date: Friday 24 september 2021
Study: Vocabulary Theme 1 p. 74 & 75 + Grammar p. 77
Bring your laptop/chromebook. The test is digital.
SO Information

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor wat gebruik je de present simple?


Wat is de regel van de present simple?



Present simple
Tegenwoordige tijd
  • Je  gebruikt het om te praten over feiten, gewoontes en over iets wat regelmatig gebeurd. 
  • Bij he/she/it komt een S achter het werkwoord = shit regel
    To see - she sees
    To walk - he walks
    To play - it plays 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. He  __________ (eat) on the sofa everyday.
2. I      __________ (walk) to school on Mondays.
3. We __________ (think) he's really cool.
4. My mom   __________ (watch) the news everyday. 
5. Lily never __________ (go) to school on Sundays. 

Present simple
Tegenwoordige tijd
  • eats 
  • walk 
  • think 
  • watches 
  • goes 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personal pronouns
Persoonlijk voornaamwoord
  • Subject pronouns
    Onderwerpsvormen


    You
    He/ She/ It
    We
    You
    They
  • Object pronouns
    Voorwerpsvormen

    Me
    You
    Him/ Her/ It
    Us
    You
    Them

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

me
you
him
her
it
us
you 
them
  • My cat loves me.
  • It is nice to meet you.
  • She wants to talk to him.
  • People like her.
  • I like it in blue.
  • He shares his lunch with us
  • It's good to see you all.
  • You should meet them
Personal pronouns: 
Object pronouns

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Writing & Grammar 55a - page 69

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interrogative pronouns
Vragend voornaamwoorden
Vragend voornaamwoorden
Interrogative pronouns
Wie
Who
Wat
What
Waar
Where
Wanneer
When
Waarom
Why
Welke
Which
Hoe
How

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

0.18 sec

Writing & Grammar 57b - page 70

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Go to Gimkit.com/live and enter the code

Vocabulary game

Slide 14 - Tekstslide

Link:
https://www.gimkit.com/view/6149e164c2d9c10023fa1016
I can use the object pronouns and the interrogative pronouns.

Did we achieve our lesson goal?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework

SO on Friday!!
Do not forget your laptop/ Chromebook.
Do not forget to study.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies