examentraining nask 1 deel 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

zorg dat je klaar bent

Uitrekenpapier

pen

rekenmachine

binas

lesplanning

oefenen:

Examen van 2019

Vraag 7

Marlou en luuk sluiten een weerstand aan op een variabele spanningsbron. Ze willen de spanning over en de stroom door een weerstand meten. Marlou sluit de spanningsmeter aan. Dan stelt zijn de spanningsbron in op 2,0 V. Luuk meet met een stroommeter een stroomsterkte van 25 mA. Bereken de grootte van de weerstand die is aangesloten.

Stap 1 schrijf de gegevens op

Marlou en luuk sluiten een weerstand aan op een variabele spanningsbron. Ze willen de spanning over en de stroom door een weerstand meten. Marlou sluit de spanningsmeter aan. Dan stelt zij de spanningsbron in op 2,0 V. Luuk meet met een stroommeter een stroomsterkte van 25 mA. Bereken de grootte van de weerstand die is aangesloten.

U = 2,0 V

I = 25 mA

stap 2, zoek de formule op

Marlou en luuk sluiten een weerstand aan op een variabele spanningsbron. Ze willen de spanning over en de stroom door een weerstand meten. Marlou sluit de spanningsmeter aan. Dan stelt zijn de spanningsbron in op 2,0 V. Luuk meet met een stroommeter een stroomsterkte van 25 mA. Bereken de grootte van de weerstand die is aangesloten.

R=​I​​U​​

Stap 3, heb je alle gegevens

U = 2,0 V

I = 25 mA

R=​I​​U​​

Vraag 8 Marlou en luuk sluiten een weerstand aan op een variabele spanningsbron. Ze willen de spanning over en de stroom door een weerstand meten. Marlou sluit de spanningsmeter aan. Dan stelt zijn de spanningsbron in op 2,0 V. Luuk meet met een stroommeter een stroomsterkte van 25 mA. Bereken de grootte van de weerstand die is aangesloten.

Vraag 8 marlou neemt 2 andere weerstanden en sluit die aan. je ziet een plaatje met de grootte van iedere weerstand. Bereken de vervangingsweerstand van de weerstanden R1 ( 20 ohm) en R2 (40 ohm)

Vraag 10 In een speeltuin staat een bijzondere wip. Het materiaal van de balk is homogeen, wat betekent homogeen?

vraag 11

De bak is gevuld met stenen. De totale massa van de stenen is 32 kg, het volume van de stenen is 

Bereken de dichtheid van deze stenen en noteer uit welke stof deze steensoort bestaat.

1,2.10​4​​cm​3​​

stap 1 noteer de gegevens

De bak is gevuld met stenen. de totale massa van de stenen is 32 kg, het volume van de stenen is 1,2 .104  cm3

Bereken de dichtheid van deze stenen en noteer uit welke stof deze steensoort bestaat.

massa = 32 kg

volume = 1,2 .104 cm3

Stap 2 zoek de formule op

De bak is gevuld met stenen. de totale massa van de stenen is 32 kg, het volume van de stenen is 1,2.104 cm3

Bereken de dichtheid van deze stenen en noteer uit welke stof deze steensoort bestaat.

p=​v​​m​​

stap 3 heb je alle gegevens

m = 32 kg

v = 1,2.104 cm 3

tabel 15 gegevens van enkele vaste stoffen

p=​v​​m​​

Vraag 11 De bak is gevuld met stenen. de totale massa van de stenen is 32 kg, het volume van de stenen is
Bereken de dichtheid van deze stenen en noteer uit welke stof deze steensoort bestaat.

1,2.10​4​​cm​3​​

vraag 12

Bereken het gewicht van de driehoek. Gebruik de momentenwet. 

D

1,82 m

1,60 m

32 KG

vraag 12, wat moet je doen?

Bereken het gewicht van de driehoek. Gebruik de momentenwet. 

D

1,82 m

1,60 m

32 KG

Vraag 12 het gewicht van de driehoek is:

Vraag 37 De temperatuur van water is 16 graden celsius, wat is deze temperatuur in Kelvin?

1. -257 K
2. -289 K
3. 257 K
4. 289 K

vraag 38: Noteer de reden waarom het water tijdens een proef niet warmer wordt dan 100 graden celsius

Vraag 39 een dompelaar zet 0,030 kWh aan elektrische energie om bij het verwarmen tot 100 graden. Het water heeft dan 88 kJ energie opgenomen. Hoeveel procent van de energie gaat verloren?

1. 12 %
2. 19 %
3. 81 %
4. 88 %

vraag 19: Tijsje remt op een step. de massa van de step is 45 kg, de vertraging is 2,1 m/s2. Bereken de nettokracht

wat blijft je bij van vandaag?

waar hebben jullie nog behoefte aan??