Blok 2, les 9 - korte en lange klank einde klankgroep

lange klank
aan einde klankgroep
1 / 40
volgende
Slide 1: Woordweb
SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

lange klank
aan einde klankgroep

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lange klank

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kinderen ..... op het schoolplein.
A
spellen
B
spelen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

korte klank
aan einde klankgroep

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Korte klank (a, e, o u)

Hoor je een korte klank? dan schrijf je 2 medeklinkers. Bijvoorbeeld: bakker.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel

Ik kan woorden met een korte of lange klank aan aan einde van een klankgroep correct schrijven en een lange klank aan het einde van een woord.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte klanken en lange klanken
Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange of een korte klank?
klinkerdief
Lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een klinker weg.

jager - ramen - praten
medeklinkerbank
Korte klank? Dan komen er twee dezelfde medeklinkers op de bank.

bakker - kitten - pokken
2

Slide 7 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Heeft peren een korte of lange klank
aan het einde van een klankgroep.
A
korte klank
B
lange klank

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heeft spelen een korte of lange klank
aan het einde van een klankgroep
A
korte klank
B
lange klank

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt een woord in stukjes verdelen. Elk stukje is een klankgroep. Een woord kan uit een of meer klankgroepen bestaan.
Wat is een klankgroep?
2

Slide 10 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

In elke klankgroep zit een korte klank of een lange klank.
Wat is een klankgroep?
2

Slide 11 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.









lange klank








korte klank
spelen
rennen
tikken
water

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed
A
kippenhok
B
kipenhok

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed.
A
melkflesen
B
melkflessen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed?
A
lesuren
B
lesuuren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

winkelstr...en
A
winkelstraaten
B
winkelstraten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

basissch...en
A
basisscholen
B
basisschoolen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een...
A
taffel
B
tafel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed gespeld?
A
molen
B
mollen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit zijn twee ...

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit zijn ...

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is de ...

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit zijn ...

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

jas
mol 
Maan 
Geel 
Korte klank 
Korte klank 
Lange klank 
Lange klank 

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De a in 'hamer' klinkt als
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De u in 'muggen' klinkt als
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De o in 'spotten' klinkt als
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De e in 'wezen' klinkt als
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De a in 'bijna' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Dit is een ..........

uu of u?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Ik speel ..........

00 of 0?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Ik speel ..........

i of ie?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Wat staat er vandaag om het men..

uu of u?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Dit is mijn ......

aa of a?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Bij ballet draag je een ......

uu of u?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Bij ballet draag je een ......

i of ie?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

spelling
Blok 2 les 9

Groep 6 werkt zelfstandig.

Groep 5 gebint samen met juf

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Link

Deze slide heeft geen instructies