REGELS VAN LANGE EN KORTE KLANKEN
EN TWEEKLANKEN KENNEN
- je kunt woorden met een lange klank goed schrijven
- je kunt woorden met een korte klank goed schrijven
- je kunt woorden met tweeklanken goed schrijven
In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Ons alfabet bestaat uit twee soorten letters:
klinkers en medeklinkers.
Om goed te kunnen spellen is het belangrijk om te weten welke letters de klinkers en welke de medeklinkers zijn.
De klinkers zijn rood, de medeklinkers zijn paars.
(au & oei zijn de klinkers)
KORTE EN LANGE KLINKERS
EN TWEEKLANKEN
Onze taal kent korte en lange klinkers en tweeklanken.
Korte klinkers zijn: a e u o i
Lange klinkers zijn: aa ee uu oo
Tweeklanken bestaan uit twee verschillende klinkers:
ij ei ie ui ou au oe eu
LANGE EN KORTE KLANKEN
Wij gaan buiten spelen = lange klank (klinkt lang)
spe - len
Wij doen twee spellen = korte klank (klinkt kort)
spel -len
aa ee uu oo
De apen eten dure noten
Lange klanken hebben pech,
we halen gewoon een letter weg.
o i e a u
Domme kippen rennen het smalle bruggetje op.
Bij korte klanken zoals: a e o i u
zet ik twee medeklinkers, lekker puh!
Hoor je aan het eind van een klankgroep een tweeklank, schrijf het woord zoals je het hoort.
luister - keuken - ruiken - kijken -
Luister goed,
dan weet je hoe je het schrijven moet.
lange klinker
regen
tweeklank
rijgen
braden -
broden
bruiden -
broeden
haken
hoeken
baren - beren - buren - boren
boeren - bieren
vergeten - vergaten
vergieten