Spelling

Welkom!
Pak je leesboek.
Verder vandaag:
Verder vandaag met Spelling H1 (leestekens)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je leesboek.
Verder vandaag:
Verder vandaag met Spelling H1 (leestekens)

Slide 1 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Opdracht 1 en 2 van Spelling H1. 
Opdracht 1 bespreken we klassikaal. 

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 2
1 Na schooltijd kan Bram doen wat hij graag wil: voetballen met zijn vrienden en daarna gamen.
2 De heer Van Bergen woont vlak bij zijn werk, maar hij pakt altijd de auto.
3 Zou je dit verslag vrijdag aanstaande willen inleveren bij Anja de Graeff?
4 Dat je je kamer nog steeds niet opgeruimd hebt, is ronduit schandalig.
5 De Franse delicatessenwinkel verkoopt de volgende producten: olijfolie, stokbrood, paté en droge worsten.
6 Nog altijd is de buurtwinkel populair: hij biedt producten aan voor een lage prijs.

Slide 3 - Tekstslide

Ga naar LessonUp
Daar gaan we verder.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe heten de leestekens die hierboven staan? Sleep de juiste naam naar het juiste leesteken.
aanhalingsteken
komma
punt
puntkomma
vraagteken

Slide 5 - Sleepvraag

LEESTEKENS
- aan het eind van een zin
- aan het eind van een vraagzin
- tussen twee zinnen die nauw met elkaar samenhangen
- tussen twee persoonsvormen / tussen delen van een opsomming / na een naam of uitroep aan het begin van een zin / vóór verbindingswoorden
PUNT
VRAAGTEKEN
PUNTKOMMA
KOMMA

Slide 6 - Sleepvraag

Niet waar
Waar
Een zin eindigt altijd met een punt.
Tussen twee persoonsvormen zet je een komma.. 
Voor woorden zoals want, maar of omdat zet je een komma.
Leestekens maken het lezen makkelijker.

Slide 7 - Sleepvraag

blogger 'maakt punt' en verwijdert alle woorden uit beroemde romans

letten lezers van romans (a) kranten en blogs te veel op woorden (b) blogger adam j (c) calhoun vindt van wel (d) op zijn blog zet hij uiteen waarom die fixatie met woorden onterecht is (e) het zorgt er volgens cahoun namelijk voor dat we over het hoofd zien wat onze woorden en zinnen in goede banen leidt (f) interpunctie (g) hij illustreerde dit aan de hand van negen van zijn favoriete boeken (h) alle uit het engelse taalgebied (i) doordat hij alle woorden schrapte (j) bleef slecht de interpunctie van de verhalen over (k) die interpunctie zette hij in een diagram (l) uit een screenshot uit zijn artikel blijkt welke schrijvers een voorkeur hebben voor de puntkomma (m) welke voor de apostrof en welke voor de leestekens (n)
Plaats de letters uit de tekst bij het juiste leesteken. 
punt
komma
dubbele punt
vraagteken
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n

Slide 8 - Sleepvraag

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

morgen ga ik zwemmen tennissen en series kijken

Slide 9 - Open vraag

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

als je opschiet kun je je huiswerk nog afmaken.

Slide 10 - Open vraag

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

mijn feestje was een succes al mijn vrienden waren er

Slide 11 - Open vraag

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

jan houdt van patat maar hij eet dat eigenlijk nooit

Slide 12 - Open vraag

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

het was een leuke dag die veel te snel voorbij was

Slide 13 - Open vraag

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

na schooltijd spreek ik vaak met nick af we gaan dan altijd gamen

Slide 14 - Open vraag

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

ik wil later leraar worden mijn vader werkt ook op een school

Slide 15 - Open vraag

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

de gymleraar werd boos op de leerlingen omdat zij met spullen gooiden

Slide 16 - Open vraag

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

de musical-les is altijd leuk we zingen dansen en spelen toneel

Slide 17 - Open vraag

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

ik heb veel geleerd deze les namelijk hoe je punten komma's en puntkomma's gebruikt

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag
Maak opdracht 4 van Spelling H1, leestekens

Slide 19 - Tekstslide