5.3

5.3 beenverbindingen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.3 beenverbindingen

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor skelet?
A
Botten
B
Geraamte
C
Beenderen
D
Ledematen

Slide 3 - Quizvraag

Wat woord er bedoeld met je ledematen?

Slide 4 - Open vraag

Uit welke 3 onderdelen bestaat het lichaam van de mens?

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn de functies van het skelet?

Slide 6 - Open vraag

Dit is en afbeelding van .....
A
beenweefsel
B
kraakbeenweefsel

Slide 7 - Quizvraag

In beenweefsel zit meer kalkzout dan lijmstof
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

In kraakbeenweefsel zit meer kalkzout dan lijmstof
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen
5.3.1 Je kunt vier beenverbindingen onderscheiden.
5.3.2 Je kunt delen van een gewricht noemen met hun functies.
5.3.3 Je kunt de bouw en werking van drie typen gewrichten onderscheiden.

Slide 10 - Tekstslide

Beenverbindingen
In je lichaam zijn de meeste botten met elkaar verbonden. Er zijn vier manieren waarop botten met elkaar verbonden zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Vergroeid 
- Botten zijn dan samen vergroeid tot één geheel. 
- Boten die vergroeid zijn kunnen niet bewegen. 
- Voorbeeld: heiligbeen en staartbeen zijn vergroeide wervels. Nu één geheel. 

Slide 12 - Tekstslide

Naad
- Boven op de schedel zie je naden. 
- De schedelbeenderen kunnen niet bewegen. 
- Daardoor ontstaat een stevige schedel.

Slide 13 - Tekstslide

Kraakbeen
- Met kraakbeen kan ook verbinding worden gemaakt.
- De verbinding is een beetje beweeglijk. 
- voorbeeld: tussen het borstbeen en de ribben + tussen de wervels. 

Slide 14 - Tekstslide

Gewricht
- Botten zitten aan elkaar met gewrichten.
- Kunnen goed bewegen.
- Voorbeeld: onderkaak, vingers


Slide 15 - Tekstslide

Bouw van gewrichten
- gewricht bestaat uit twee botten die "in elkaar" passen. 
- Ene bot gewrichtskogel en andere bot gewrichtskom
- Op de kogel en kom zit een kraakbeenlaagje, hierdoor kunnen botten bewegen en slijten ze minder snel. 

Slide 16 - Tekstslide

-  Om het gewricht heen zit het gewrichtskapsel (houd de botten op zijn plaats.
- In het gewricht zit gewrichtsmeer.  (werkt als smeervet voor soepel bewegen). 

Slide 17 - Tekstslide

- Om sommige gewrichten zitten stevige kapselbanden
- De kapselbanden helpen mee om de botten van het gewricht op hun plaats te houden.

Slide 18 - Tekstslide

Soorten gewrichten
Kogelgewricht: de gewrichtskogel van het ene bot draait in de gewrichtskom van het andere.
Rolgewricht: de botten draaien om de lengteas om elkaar heen voor een draaiende beweging.
Scharniergewricht: het ene bot beweegt als een scharnier ten opzichte van het andere bot.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Maken
blz. 21
opdr. 1 t/m 7

Slide 21 - Tekstslide