PW U6

PW U6
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

PW U6

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de trappen van vergelijking?
De trappen van vergelijking gebruik je om 2 of meer dingen met elkaar te vergelijken.

v.b.
Mijn zus is ouder dan jouw zus.
Dit is het beste boek dat ik ook heb gelezen.

Slide 2 - Tekstslide

-er / -est
Bij woorden van één lettergreep :
twee lettergrepen op -le,-er,-ow,-y  gaan de trappen als volgt
big - bigger than - the biggest
tall - taller than - the tallest
white - whiter than - the whitest
easy-easier than- the easiest 
simple-simpler than- the simplest


Slide 3 - Tekstslide

Comparisons
Vergrotende trap

....-er than

voorbeeld:
old --> older
tall --> taller 
Comparisons
Overtreffende trap

the ....- est

Voorbeeld:
old --> oldest
tall --> tallest 

Slide 4 - Tekstslide

Comparisons
Vergrotende trap
woorden op -y

....-ier than

voorbeeld:
easy --> easier
happy --> happier 
Comparisons
Overtreffende trap
woorden op -y

the ....- iest

Voorbeeld:
easy --> easiest
happy --> happiest

Slide 5 - Tekstslide

Goed - Beter - Best
  • Good - Better - The best
  • !!! uitzondering !!!

Slide 6 - Tekstslide

samenvatting
  • +er     than   -------the      +est
  • (y= ie)
  • fit- (tt)
  • big- (gg)
  • good-beter than     -      the best

Slide 7 - Tekstslide

Should/shouldn't
zou eigenlijk moeten/zou eigenlijk niet moeten
  • should(n't) + hele werkwoord
  • I should go to school.
  • I shouldn't listen to her.

Slide 8 - Tekstslide

zou eigenlijk  moeten/ zou eigenlijk niet moeten
should   /   should no
  • You should go with Kate now.
  • You should not go alone.
  • Should I go?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Toekomst: to be going to
to be going to + hele werkwoord
                            
+ I am going to run.
- I am not going to run.
? Are you going to run?
+ He is going to swim.
- He is not going to swim.
? Is he going to swim?

Slide 11 - Tekstslide

To be going to (+)

Slide 12 - Tekstslide

To be going to (-)

Slide 13 - Tekstslide

(?)To be going to

Slide 14 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 15 - Tekstslide

Word order - woordvolgorde

Slide 16 - Tekstslide