Wonen in Nederland 2.2 (On)beheersbare rivieren

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les
kun je de kenmerken noemen van het Nederlandse rivierenprofiel

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ziet het gebied rondom een Nederlandse rivier er uit?

Slide 3 - Open vraag

Dwarsprofiel van een rivier

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het binnendijkse gebied en wat het buitendijkse gebied?

Slide 5 - Open vraag

Verval en verhang
Verval: hoogteverschil tussen twee plaatsen langs een rivier.
Verval heeft invloed op de stroomsnelheid. -> Grote hoogteverschillen -> veel erosie. -> In de benedenloop stroomt de rivier trager waardoor er veel materiaal afgezet kan worden (sedimentatie).

Verhang: verval per kilometer. -> Niet overal langs een rivier gelijk. Het verhang van de Rijn is in het hooggebergte in Zwitserland 35 m/km, tegenover 0,08 m/km (= slechts 8 cm/km) in het vlakke Nederland.

Slide 6 - Tekstslide

Berekenen
Verval: hoogteverschil tussen 2 plaatsen aan een rivier (aflezen van een figuur). Is in meters. 

Verhang: verval/aantal kilometers tussen die plaatsen. Wordt aangegeven als m/km. (meter per kilometer)

Oefenen: maak opdracht 4 (blz. 57)
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Debiet
Hoeveelheid water die per seconde op een bepaald punt door een rivier of beek stroomt, uitgedrukt in m3. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat heeft invloed op het debiet van een rivier?

Slide 9 - Open vraag

1. Wat voor soort rivier is de Maas?
2. Wanneer is het debiet van de Maas het hoogst: in de zomer of de winter? Leg uit.

Slide 10 - Open vraag

Regiem
Jaarlijkse schommelingen in de waterafvoer van een rivier of beek.

Slide 11 - Tekstslide

Regiem: afhankelijk van 4 factoren
1. Klimaatomstandigheden
2. Aanvoer van smeltwater en/of regenwater
3. Eigenschappen van het stroomgebied
4. Ingrepen van de mens

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor gevolgen hebben klimaatverandering, de zeespiegelstijging en bodemdaling voor de afvoer van de Nederlandse rivieren?

Slide 13 - Open vraag

Maatgevende afvoer
- De maatgevende afvoer is de maximale hoeveelheid water die de rivier nog veilig kan verwerken zonder dat de dijken doorbreken en het rivierengebied overstroomt. -> Voor bepalen van de veilige dijkhoogten wordt de maatgevende afvoer gebruikt. Deze wordt voor de Rijn bij Lobith en voor de Maas bij Borgharen berekend.
- Hoe hoger maatgevende afvoer, hoe meer water de rivier moet afvoeren -> de rivieren hebben meer ruimte nodig.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
- Lezen 2.1 en 2.2
- Maken opdrachten (zie studiewijzer)
- Klaar? Nakijken + aan de slag met de leerdoelen/deelvragen

Slide 15 - Tekstslide

Noem 2 kenmerken van het Nederlandse rivierenprofiel

Slide 16 - Open vraag