Inleiding Science: Grootheden en eenheden

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
aan het einde van de les kan je als het goed is grootheden, eenheden en symbolen uit elkaar halen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn Grootheden?
Een Grootheid is iets wat je kunt meten.
Bijvoorbeeld een Afstand:

Slide 3 - Tekstslide

Welke Grootheden ken je al?

Slide 4 - Woordweb

Voorbeelden van Grootheden:

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn eenheden?
Een eenheid staat altijd achter het getal en hoort bij een bepaalde grootheid.

Bijvoorbeeld:
De Afstand van Luttenberg naar Raalte is   8,9  Kilometer.
(hier is   "kilometer"  de eenheid)

Slide 6 - Tekstslide

Welke eenheden ken je al?

Slide 7 - Woordweb

Voorbeelden van eenheden:

Slide 8 - Tekstslide

Kracht is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 9 - Quizvraag

Eenheid van kracht is 
Newton (N)

Slide 10 - Tekstslide

Snelheid is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 11 - Quizvraag

Eenheid van snelheid is
Meter per seconde (m/s) 

maar natuurlijk ook km/h, km/s enzo....

Slide 12 - Tekstslide

Meter is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 13 - Quizvraag

De grootheid van meter is
Afstand (s)

Slide 14 - Tekstslide

massa is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 15 - Quizvraag

Eenheid van massa is
kilogram (kg) 

maar natuurlijk ook gram (g) enzo...

Slide 16 - Tekstslide

seconde is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 17 - Quizvraag

Grootheid van seconde is
Tijd (t)

Slide 18 - Tekstslide

Benoem de groot- en eenheden
De temperatuur in Spanje kan wel eens 45 graden zijn.

Max Verstappen rijdt met een snelheid van 280 km/h.

Tijdens de Rotterdamse marathon loop je een afstand van 42,195 km.

De spanning die uit het stopcontact komt is ca. 230 Volt.

Slide 19 - Tekstslide

Symbolen

Slide 20 - Tekstslide

Symbolen
Om bij het maken van berekeningen niet telkens de namen van grootheden en eenheden volledig op te hoeven schrijven worden deze verkort genteerd met symbolen.

Voorbeeld: In plaats van: De temperatuur is 21 graden Celcius
 
                                                                        T =  21  ̊ C

Slide 21 - Tekstslide

Welke symbolen ken je?

Slide 22 - Woordweb

Tabel Grootheden en Eenheden

Slide 23 - Tekstslide

Symbolen vorm
In Spanje is : T = 45 ° 
 
Max Verstappen: v = 280 km/h
 
De marathon: s = 42,195 km
 
Uit het stopcontact: U = 230 V

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Naam
hecto
h
honderderd
kilo
k
duizend
mega
M
miljoen
giga
G
miljard
Wat zijn voorvoegsels?
Het voorvoegsel zet je voor de eenheid neer

Slide 26 - Tekstslide

Grootheid
Symbool
Eenheid (symbool)
Voorvoegsel
Afstand
v
m
kilo-
hecto-
km
hm
Massa
m
kg
g
Spanning
U
V
kilo-

kV
Bijvoorbeeld: 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link