H1.3 Geen vaste woonplaats

1.3 Geen vaste woonplaats
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.3 Geen vaste woonplaats

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
In deze paragraaf leer je:
  • welk landschap in Nederland ontstond na de ijstijd
  • hoe mensen eerst samenleefden
  • hoe we dingen weten over jager-verzamelaars
  • welke soorten samenlevingen we onderscheiden
  • (hoe tekenaars het verleden in beeld brengen)

Slide 2 - Tekstslide

Na de laatste ijstijd
  • 25.000 jaar geleden was de ijstijd. 
  • 11.500 v.Chr.  stijging van temperatuur (oorzaak) >> de laatste ijstijd eindigt (gevolg).
  • Het ijs smolt >> NL veranderde ook: vlaktes van gras en lage struiken ontstonden. 
  • Rond 6000 v.Chr.:
    - West- en Noord-NL >> waterrijk gebied met moerassen en stukken land die overstroomden tijdens vloed. 
    - Zuid- en Oost-NL >> dichte bossen.

Slide 3 - Tekstslide

Europa in de laatste ijstijd

Slide 4 - Tekstslide

Nederland: ong. 6000 v.Chr.

Slide 5 - Tekstslide

Jagen en verzamelen
Er kwamen mensen wonen in (o.a.) Nederland:
  • Leefden van jagen en verzamelen (middel van bestaan)>> jager-verzamelaars. 
  • Nomadisch bestaan
  • Kleine groepen: geen hiërarchie, wel rolverdeling.
  • Weinig bezit

Slide 6 - Tekstslide

Jagen en verzamelen
Kennis van de jager-verzamelaar:
  • Kennis over dieren en eetbare planten >> doorgegeven van ouder op kind. 
  • Vaak naar dezelfde gebieden terug:
    - Lente: vissen op rivieren en moerassen.
    - Zomer: bij de kust zoeken naar schelpdieren, vissen en jagen op zeehonden en zeevogels.
    - Herfst: verzamelen van noten, vruchten en knollen.
    - Winter: jacht op pelsdieren en waterwild (bijv. eenden) 
    >> hele jaar door: jagen op groot wild (bijv. herten)
  • Materiaal gemaakt van natuurlijke producten zoals steen (steentijd) .

Slide 7 - Tekstslide

Bronnen van kennis
Onze kennis over de prehistorie: (3 manieren)
  1. Archeologie >> grotschilderingen. 
  2. Experimentele archeologie >> het leven onderzoeken door het na te spelen en dingen uit te proberen (zoals bijv. vuur maken met vuurstenen). 
  3. Bestuderen van mensen op de wereld die nog steeds leven als jager-verzamelaars. 
    - Bijv. de Bosjesmannen in Botswana. 

Op basis van vondsten probeert men het verleden te onderzoeken.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Zet de Tien Tijdvakken in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 10 - Sleepvraag

Een tijdvak hoort bij een periode uit de geschiedenis. Welke combinaties zijn juist?
1. moderne tijd
2. de vroegmoderne tijd
3. de oudheid
4 de prehistorie
A de tijd van jagers en boeren
B de tijd van ontdekkers en hervormers
C de tijd van wereldoorlogen
D de tijd van Grieken en Romeinen

Slide 11 - Sleepvraag

Aan het werk:

  • Maak van 1.2: opdracht 1, 2, 5 t/m 8
  • Maak van 1.3: opdracht 2 t/m 5, 7, 8 en 10

Slide 12 - Tekstslide