8 - De literaire leeswijzer

8 - Literaire leeswijzer
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

8 - Literaire leeswijzer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literatuur
herhaling theorie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paswoord met genres
Twee groepjes van 4 spelen een genrequiz tegen elkaar. 
Stap 1: iedereen leest de informatie over de verschillende genres




Smartschool - Documenten - 8 - literaire leeswijzer - Hulpkaart genres


Stap 2: Twee voorzitters van elk groepje verdelen de genres:
  • 2 x 14  (willekeurige volgorde)
  • Schrijf de lijst voor elk groepje op een afzonderlijk blad 
Let op: de voorzitters spelen zelf niet mee.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paswoord met genres
De genres op de lijst zijn 'paswoorden'
Stap 3: Memoriseer de paswoorden en geef de lijst aan het andere team




  • De voorzitters van team a geven een tip van de lijst voor één van de paswoorden. Ze mogen hiervoor de hulpkaart gebruiken.
  • Team b probeert het paswoord te raden. 
  • Na één tip geraden? 5 punten
  • Na twee tips geraden? 3 punten
  • Na drie tips? 1 punt
De voorzitters houden de score bij. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis activeren: genres
Maak de Bookwidget om je voorkennis over genres te activeren. 
Dit is herhaling van de tweede graad
Smartschool - Nederlands 5WW/5BCW - oefeningen - thema 8 - Voorkennis activeren: genres

timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literaire bouwstenen
Welke elementen ken jij nog?
Noteer eerst alleen (1min), 
werk vervolgens samen met je buur (1min) 

Nadien verwerken we de antwoorden klassikaal in een mindmap
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

voorbeeld verhaalelementen:

https://www.bol.com/be/nl/p/harry-potter-1-harry-potter-en-de-steen-der-wijzen/666882289/ 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mis
kortverhaal
literaire leeswijzer

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

dec. 2024

Slide 10 - Tekstslide

Gespreksstarter:
  • Wat betekent "niet meer van deze tijd"?
  • Waarom zou Miss Nederland beslissen om te stoppen met  missverkiezingen? Welke argumenten zouden hierbij een rol kunnen spelen?
  • Hoe denk jij dat schoonheidswedstrijden passen in onze moderne samenleving? Zijn ze nog relevant of niet? Waarom?
  • Denk je dat dit besluit invloed zal hebben op andere schoonheidswedstrijden? Op Miss België bijvoorbeeld? Waarom wel of niet?
  • Wat vind jij van schoonheidswedstrijden? Vind je dat ze meer schade toebrengen dan voordelen opleveren, of andersom?
  • Hoe zou een alternatief voor een verkiezing als Miss Nederland eruit kunnen zien, waarbij het wél aansluit bij de waarden van deze tijd?
samen lezen: Mis
Doel: 
  • samen een kortverhaal lezen
  • verhaalelementen toepassen
  • een interpretatievraag beantwoorden in een literair gesprek
  • een mini-essay schrijven

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke betekenis heeft het woord 'mis'?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Binnenstappen in het verhaal

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortverhaal 'Mis'
Het kortverhaal 'Mis' is in 2007 verschenen in de bundel 'Groener gras'. 

De Standaard zei hierover:
Laten we hopen dat Annelies Verbeke met deze
magnifieke verhalenbundel over winnen en verliezen
een heel belangrijke prijs wint.

  • Wat komen we hier te weten over één van de thema's van het kortverhaal?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnenstappen in de tekstwereld
Literair lezen verloopt anders dan gewoon lezen. Je gaat een tekst ervaren, analyseren en interpreteren. 
In een eerste stap ga je de tekst beleven. Je leest de tekst zonder meer. 
Vragen die je hierbij stelt, zijn:
  • Wat is jouw gevoel hierbij?
  • Welke betekenis geef je eraan? 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevoelens
verontwaardigd - opgewekt - teleurgesteld - woedend - onverschillig - machteloos - slechtgezind - geamuseerd - gegeneerd - verrast - gedemotiveerd - verward - nieuwsgierig - ongemakkelijk - ontroerd - onder de indruk ...
Documenten - ondersteuning - woordenschat - gevoelens benoemen hulpkaart

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk gevoel krijg je van dit verhaal? Waarom krijg je dit gevoel ervan? Welke gebeurtenissen of tekstelementen zorgen hiervoor?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verhaal verkennen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verhaal verkennen
Bespreek de volgende vragen met je buur:
  • Welke vragen worden opgeroepen tijdens het lezen? Hoe worden deze beantwoord? 
  • Welk conflict doet zich voor in het verhaal? 
  • Wat drijft de personages? Kan je dit begrijpen? 
  • Hoe zou het verhaal verlopen als het vanuit Ilona's perspectief werd verteld?
  • Waarom snijdt Ilona haar haar af op het einde van het verhaal? Kan je haar keuze begrijpen?
  • Heb je zelf ook soms het gevoel dat je moet voldoen aan de verwachtingen van anderen? 
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literaire analyse: tekstelementen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literaire leeswijzer
Je gaat het kortverhaal analyseren en interpreteren. De tool die je hierbij gaat helpen is de literaire leeswijzer
  • Je krijgt een hand-out op papier met de elementen van verhaalanalyse
  • Vul de hand-out pg.1-4 in voor het kortverhaal 'Mis'. Antwoord kernachtig
  • Laat je leiden door de hulpkaart 'literaire leeswijzer'. 



Documenten -  8 - de literaire leeswijzer - Hulpkaart literaire leeswijzer
pg.1-4

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.Vertelperspectief
Vanuit welk perspectief wordt het verhaal verteld?  Soorten:

  1. auctoriële verteller
  2. personele verteller 
  3. vertellende ik
  4. belevende ik

hij/zij
ik

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.Personages
rollen 
  1. protagonist
  2. antagonist
  3. nevenpersonage
types
  1. rond
  2. vlak 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.Tijd
Chronologie
  1. Chronologisch
  2. Achronologisch
  • Teruggrijpen in de tijd - flashbacks / terugdenken aan het verleden
  • Vooruitkijken in de tijd

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.Spanning
Technieken om spanning op te bouwen:
  • inleven in personages: emotionele spanning
  • informatie geven (de lezer heeft meer info dan de personages)
  • informatie achterhouden (vragen oproepen)
  • misleiden
  • cliffhanger
  • climax
  • chronologie 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interpretatie
literair gesprek

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verhalen interpreteren
Literaire analyse vormt de basis voor een interpretatie van het verhaal. 
Je interpreteert verhalen of verhaalfragmenten en probeert te achterhalen wat een auteur heeft bedoeld met zijn of haar verhaal. Sommige verhalen hebben verschillende betekenislagen en er zijn verschillende interpretaties mogelijk. 
Het loont dus zeker de moeite om met anderen te discussiëren over de betekenis van bepaalde verhalen. Niet elke lezer geeft dezelfde betekenis aan een verhaal. Dit oefenen we in een literair gesprek. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literair gesprek
Jullie voeren de gesprekken in groepjes van 4-5

Fase 1 - bespreking analyse
  1. Ga samenzitten en overloop de hand-out die je in de vorige fase hebt ingevuld. Discussieer en vul aan indien mogelijk.
  2. Verdeel de  interpretatievragen op pg.5

timer
5:00
pg.1-5

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literair gesprek
Fase 2 - interpretatievraag analyseren
  1. Je krijgt een interpretatievraag waarop je een antwoord moet formuleren. 
  2. Beantwoord de interpretatievraag voor jezelf op je hand-out.
  3. Je mag kernachtig antwoorden (deze antwoorden worden eerst besproken en nadien verwerkt in een mini-essay)

timer
5:00
pg.5

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literair gesprek
Fase 3 - vragen aan je groepsgenoten
  1. Je gaat je interpretatievraag ook voorleggen aan je klasgenoten. 
  2. Bedenk vragen die je aan hen kan stellen en schrijf deze op pg.6
  3. Wanneer jouw interpretatievraag aan de beurt is, leidt jij het gesprek. 
  4. Maak notities - deze informatie kan je gebruiken voor je mini-essay, dus hoe meer informatie hoe liever.

pg.6

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literair gesprek
  • Anja is geen typische protagonist (held). Waarom kiest de schrijfster ervoor om dit verhaal vanuit het perspectief van de moeder te vertellen? Welk effect heeft dit op jou als lezer? 
  • Hoe zou het verhaal kunnen lopen als het vanuit het perspectief van de dochter wordt verteld? 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literair gesprek
  • Hoe kan je de titel ‘mis’ verklaren?
  • Onder de titel staat: ‘waarin een dochter moet winnen wat haar moeder verloor’. Verklaar hoe deze ondertitel de centrale boodschap weergeeft van het kortverhaal. 
  • Dit verhaal vertoont stapsgewijs waar de frustratie van Anja vandaan komt. Wat vind je van Anja als moeder? 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literair gesprek
  • Waarom kiest Ilona ervoor om haar haar af te snijden op het einde van het verhaal? Kan je deze reactie begrijpen? 
  • Heb je soms ook het gevoel dat je moet voldoen aan de verwachtingen van je ouders? 
  • Heb je jezelf ook al eens misbegrepen gevoeld door je ouders?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijven: mini-essay

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mini-essay
Het antwoord op jouw interpretatievraag verwerk je in een mini-essay. Voor we hiermee starten, onderzoeken we een paar kenmerken van essays. 


  • Bestudeer de websites  en ga op zoek naar de kernmerken
  • Neem een apart blad en maak zelf een hulpkader op basis van de informatie die je verwerkt. Dit hulpkader mag je gebruiken tijdens je schrijfopdracht.
timer
20:00
Oefeningen - 8 - literaire leeswijzer - webquest kenmerken van een essay

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groep 1
Wat is een essay?
  • Een essay neemt de lezer op reis van vertrekpunt (inleiding) naar bestemming (conclusie). Een essay stipt een onderwerp aan en beantwoordt een vraag aan de hand van een betoog. Dit doe je door academische argumenten te gebruiken. 
Welke typische opbouw kent een essay? 
  • Een essay bestaat uit drie elementen:
  1. een claim
  2. een reden voor deze claim
  3. redeneringen en/of bewijzen om de reden aan de claim te koppelen. Een redenering bestaat uit ideeën in een logische structuur, terwijl bewijs informatie is die demonstreert dat deze ideeën geloofwaardig zijn.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groep 2
Welke twee stappen zet je wanneer je aan een essay begint? Wees volledig: geef de informatie die je nodig hebt om zelf aan de slag te gaan. 
  1. Je vraag begrijpen en dit communiceren naar de lezer. 
  2. Je standpunt creëren, toetsen en verfijnen. Met dit standpunt (of ‘thesis statement’) druk je één idee uit in een enkele zin, beantwoord je de vraag van het essay op een direct wijze en doe je een claim waar een lezer het oneens mee kan zijn.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groep 2
4. Op welke manier kan je een alinea opbouwen?
  • Piramide of trechter – je start de alinea met een bewering of trechter die vervolgens wordt toegelicht of beargumenteerd (hoofdpunten en subpunten). Je sluit af met een conclusie (bredere context en beshouwing van de toekomst).

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groep 3
Formuleer 5 tips voor het schrijven van een pakkend essay
  1. Kies een passende beginzin (een vraag, citaat uit het verhaal, spreekwoord, statement …). Na de beginzin geef je voldoende achtergrondinformatie.
  2. Breng argumenten naar voren die je bewijst met feiten, literatuuronderzoek, eigen onderzoek of waterdichte redeneringen. Schrijf per argument een kernzin.
  3. Eindig je essay met een krachtige slotzin die jouw lezer overtuigt of aanzet tot actie.
  4. Zorg voor een titel die aanspoort om het essay te lezen.
  5. Hanteer een minder formele schrijfstijl, maar blijf serieus.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Criteria
Inhoud


Stijl


  • Je overtreft het aantal woorden (250). Je essay beantwoordt volledig aan de interpretatievraag. Je toont veel inzicht in het kortverhaal. 
Totaal:  10
/ 2,5
/ 2,5
  • Je schrijft je essay in vlotte volzinnen en je gebruikt originele signaalwoorden. Je varieert in je keuze. Je biedt een creatieve invalshoek en hanteert levendig taalgebruik dat blijft hangen bij de lezer. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Criteria
Opbouw



Taal


  • Je schrijft een titel die uitnodigt om verder te lezen. Je essay volgt de IMS-structuur. Je inleiding, midden en slot zijn volgens de regels van de kunst opgebouwd.
Totaal:  10
/ 2,5
/ 2,5
  • Je maakte geen enkele taal- of spelfout. 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mini-essay schrijven
Verwerk jouw antwoord op de interpretatievraag in een mini-essay volgens de regels van de kunst!
Oefeningen - 8 - de literaire leeswijzer - evaluatie 
Mini-essay mis

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets thema 8  op __________
Je kan de literaire termen toepassen op een 
nieuw kortverhaal
  • Hand-out literaire leeswijzer

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boekenkeuze semester 2
Essay opdracht

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Semester 2: Lezen voor de lijst
Google Classroom:
  • Bekijk het overzicht 'Boekenlijst niveaus'
  • Kan je je vinden in de beschrijving van jouw niveau? Ga op zoek naar boeken die met dat niveau overeenkomen.
  • Je kiest een boek dat je gaat lezen tegen na de paasvakantie (minstens 300 pagina's). Dat mogen er ook twee zijn.
  • Hierover ga je een essay schrijven. 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TO DO
  • Beantwoord op Google Classroom de vraag "boekenkeuze". Geef aan waarom je een boek kiest en wat jou erin aanspreekt (deadline: 2 weken).
  • Tip: zoek recensies op over het boek. 
  • Let op: jouw keuze is bindend. Hierover ga je jouw essay schrijven dus zorg dat je het boek kan verkrijgen.  

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het literaire bedrijf
Uitdaging 
Tussenstop 4

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreekoefening
Auteur van de lijst 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies