Gespräch: nach dem Weg fragen
Maak in tweetallen een gesprekje, waarin leerling 1 aan leerling 2 de weg vraagt.
Kies zelf een begin en eindpunt.
Gebruik in de routebeschrijving in ieder geval de begrippen: vorbei, entlang, überqueren.
Gebruik nach en zu ook op de juiste manier.Spreek degene die je de weg vraagt beleefd aan, vraag hoe lang het lopen is en herhaal de uitgelegde route om te controleren of je het juist verstaan hebt. Bedank degene die jou geholpen heeft.