Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Alphen A2B1 14 februari
De woorden van LINK thema 1, taak 4
en tekst `Mijn stad heeft een gezellig centrum`
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
MBO
Studiejaar 4
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De woorden van LINK thema 1, taak 4
en tekst `Mijn stad heeft een gezellig centrum`
Slide 1 - Tekstslide
De ruzie is ..................... toen de buren veel herrie maakte.
A
natuur
B
nadeel
C
ontstaan
D
stijgen
Slide 2 - Quizvraag
Het water in de ...................... ....................... door de zware regenval in België.
A
stijgen, de natuur
B
rivier, stijgt
C
huidig, stijgen
D
nadeel, stijg
Slide 3 - Quizvraag
Daniel woont niet meer in Nederland. Hij is vorig jaar naar het .................. vertrokken.
A
polder
B
natuur
C
voorziening
D
buitenland
Slide 4 - Quizvraag
Het land is ..................... door de droogte.
A
de haven
B
de plant
C
kaal
D
natuur
Slide 5 - Quizvraag
In Amsterdam zijn meer ....................... dan ........................
A
toeristen, inwoners
B
ontstaan, het oosten
C
ontstaan, voorzieningen
D
inwoners, kaal
Slide 6 - Quizvraag
De huisarts en diëtiste werken in hetzelfde .........................
A
buitenland
B
gezondheidscentrum
C
noorden
D
voordeel
Slide 7 - Quizvraag
Zwolle is de hoofdstad van de ....................... Overijssel.
A
provincie
B
het oosten
C
rivier
D
aantrekkelijk
Slide 8 - Quizvraag
De beroemde zanger ..................... in grote armoede .....................
A
opgegroeid, was
B
op, groeit
C
was, opgroei
D
groeide, op
Slide 9 - Quizvraag
Haar fysiotherapeut is een hele ......................... man.
A
aantrekkelijke
B
voordeel
C
inwoner
D
huidig
Slide 10 - Quizvraag
Zijn de werknemers ............... ................. .................. van de nieuwe regels?
A
op hoog te
B
hoog te op
C
hoger zijn op
D
op de hoogte
Slide 11 - Quizvraag
In de avond is de straat verlicht door de .......................
A
lanpaarntaal
B
lantaarnpaal
C
landparentaal
D
lamparental
Slide 12 - Quizvraag
Iemand ................... bij de buren ................. Bel de politie!
A
breekt, in
B
in, broken
C
inbreken, zijn
D
is, inbreken
Slide 13 - Quizvraag
Als mijn zoon laat thuis komt ben ik erg ....................
A
getuige
B
nuttig
C
ongerust
D
zomaar
Slide 14 - Quizvraag
Dankzij onze ..................... inspanning, is alle troep opgeruimd.
A
overkant
B
container
C
eigenlijk
D
gezamenlijke
Slide 15 - Quizvraag
De manager heeft een belangrijke ..................... voor alle medewerkers.
A
digitaal
B
mededeling
C
overkant
D
communiceren
Slide 16 - Quizvraag
Mijn vader is ....................... geworden van digitale criminaliteit.
A
bijeenkomst
B
slachtoffer
C
eigenlijk
D
ongerust
Slide 17 - Quizvraag
In Genéve is een belangrijke ....................... met veel wereldleiders.
A
bladeren
B
overkant
C
bijeenkomst
D
communiceer
Slide 18 - Quizvraag
Hoofdzinnen en bijzinnen
Slide 19 - Tekstslide
De buurman gaat naar buiten omdat hij een raar geluid hoort.
Wat is hier de hoofdzin?
A
De buurman gaat
B
hij hoort een raar geluid
C
De buurman gaat naar buiten
D
omdat hij een raar geluid hoort
Slide 20 - Quizvraag
De kat miauwt want ze heeft honger.
Wat is hier de bijzin?
A
Er is geen bijzin
B
De kat miauwt
C
De kat miauwt want
D
ze heeft honger
Slide 21 - Quizvraag
Omdat de auto's hier zo hard rijden, durf ik niet op de fiets.
Wat is hier de bijzin?
A
Omdat de auto's hier
B
Omdat de auto's hier zo hard rijden
C
durf ik niet
D
durf ik niet op de fiets
Slide 22 - Quizvraag
We gingen vaak naar het strand, toen we nog in Den Haag woonden.
Wat is hier de hoofdzin?
A
We gingen vaak naar het strand toen
B
We gingen vaak naar het strand
C
toen we nog in Den Haag woonden
D
we woonden in Den Haag
Slide 23 - Quizvraag
Derk zegt tegen zijn ouders, dat hij stopt met zijn studie.
Wat is hier de bijzin?
A
Derk zegt tegen zijn ouders
B
Hij zegt tegen zijn ouders
C
dat hij stopt met zijn studie
D
hij stopt met zijn studie
Slide 24 - Quizvraag
Toen Lise in Frankrijk kampeerde, was het slecht weer.
Wat is hier de bijzin?
A
Lise kampeert in Frankrijk
B
Toen Lise in Frankrijk kampeerde
C
het was slecht weer
D
was het slecht weer
Slide 25 - Quizvraag
Dictee
Slide 26 - Tekstslide
Schrijf op:
Slide 27 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 28 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 29 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 30 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 31 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 32 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 33 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Hoofd- en bijzin + enkelvoudig en samengesteld
February 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
1.7 grammatica les 1 + 2 week 46
November 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Alphen A2B1 Thema 1 taak 3 9 februari 2022
February 2022
- Les met
34 slides
NT2
MBO
Studiejaar 4
3T 1.7 Grammatica les 1
November 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Grammatica H1 3TL
September 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 1.7 Grammatica
November 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
MHV2-3 Grammatica : samengestelde zinnen hoofd+ bijzinnen
April 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Grammatica enkelvoudige en samengestelde zinnen (hoofd- en bijzinnen)
November 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3