Via Vervolg 1F Deel B thema 6 H1 Belangrijke woorden

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Wat gaan we vandaag doen?

1. Herhalen belangrijke woorden dmv Lesson-Up.

2. Nakijken opdracht 1 t/m 5 (vanaf blz. 230)

3. Starten Spelling en Grammatica --> verkleinwoorden

Thema 6 H1 Belangrijke woorden

De ambitie is:

1. Verlangen om hogerop te komen in je werk
2. Iets waarvan ik zou wensen dat mijn leerlingen iets meer van bezitten
3. Niet weg te denken in de huidige samenleving
4. iets anders nl...

Wat is een CAO?

1. Collectieve arbeidsovereenkomst
2. Centrale arbeidsopzet
3. Collectieve afsprakenovereenkomst
4. Centrale arbeidsovereenkomst

Wat betekent een CAO?

1. net als de CIA, maar dan de Nederlandse versie
2. Centrale arbeidsopzet
3. Opgeschreven afspraken tussen werkgevers en werknemers
4. boekje met regels

de idealen

1. Volmaakt
2. ideeën die je graag wilt verwezenlijken
3. Verlangens en ambities
4. Doeleinden

de korte termijn

1. Een gevolg binnen een mensenleven
2. Een gevolg wat wij nu nog terug kunnen zien
3. Een gevolg dat te zien is na een eeuw
4. Een korte tijd vanaf het nu

de lange termijn

1. Binnen korte tijd
2. Morgen is goed
3. Zorgen dat alles goed komt
4. Een lange tijd na nu

de loopbaan

1. de baan waarop je loopt
2. het werk dat je doet
3. De verschillende banen en functies die iemand na elkaar heeft.

de promotie

1. iemand die ergens werkt
2. het vermogen om snel iets te begrijpen
3. last hebben van
4. een hogere functie krijgen in je werk

de sector

1. een grote groep bedrijven en organisaties binnen dezelfde beroepsgroep
2. iemand met een eigen bedrijf
3. het alleen moeten doen
4. werken en verdienen op basis van een contract

de uitdaging

1. een moeilijke taak
2. wat vooraf gebeurt
3. geplande gebeurtenis
4. uitmaken met je relatie

doelen stellen

1. Een doel bereiken
2. Een doel bedenken
3. Een doel nastreven
4. Bepalen en afspreken wat je wilt bereiken

functioneren

1. toekomstige functie
2. een kunstwerk bezichtigen
3. zeer duidelijk werken
4. doen wat je moet doen, werken

het traject

=

1. in een volgorde zetten
2. de weg die wordt afgelegd of de route die je volgt
3. in volgorde doen

Wat is initiatief nemen?

1. ontslag nemen
2. zonder opdracht iemand volgen
3. zelf actie ondernemen zonder een opdracht af te wachten
4. in opdracht snel handelen

Wat betekent nastreven?

1. achterna lopen
2. helpen
3. klinken
4. proberen te bereiken

Wat is ontplooien?

1. Je talent verbeteren
2. Van tevoren zeggen wat er gaat gebeuren
3. Denken dat iets zal gebeuren
4. Zonder hulp van anderen

ontwikkelen

1. studeren
2. lezen in boeken
3. development
4. kennis vergroten, dingen bijleren

De ambitie is:

1. Verlangen om hogerop te komen in je werk
2. Iets waarvan ik zou wensen dat mijn leerlingen iets meer van bezitten
3. Niet weg te denken in de huidige samenleving
4. iets anders nl...

oriënteren betekent....

1. een beeld vormen
2. zoveel mogelijk info verzamelen om daarna te bepalen wat je ermee gaat doen
3. inleiden
4. voorstellen in gedachten

Dat had ik wel verwacht!

verwachten =

1. iets gebeurt
2. iets is gebeurd
3. denken dat iets zal gebeuren

Wat betekent: 'voorspellen'?

1. Zeggen wat er gaat gebeuren
2. Zeggen wat je niet moet doen
3. Zeggen wat waarom je boos ben
4. Zeggen waarom je blij bent

Wat is zelfstandig?

1. Ik kan het zelf.
2. Ik vraag vaak hulp.
3. Ik doe alles alleen.
4. zonder de hulp of steun van anderen

Nakijken opdracht 1 t/m 5

blz. 230-237

Aan de gang!

Maken opdracht 1 t/m 4, blz 238 t/m 241

Wat gaan we vandaag doen?

1. Herhalen regels bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.

2.Nakijken opdrachten die we vorige keer hebben gemaakt.

3. Studiemeter!

Nakijken opdrachten

Tot hoe ver heeft iedereen de opdrachten gemaakt?