Keuzedeel EMB les 3 Zintuigelijke en motorische beperking

Keuzedeel EMB les 3 Zintuiglijke en motorische beperking
Keuzedeel EMB les 3: Zintuigelijke en motorische beperking
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel EMB les 3 Zintuiglijke en motorische beperking
Keuzedeel EMB les 3: Zintuigelijke en motorische beperking

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De student beschrijft de vijf verschillende zintuigen.
  •  De student beschrijft wat een zintuigelijke beperking is.
  • De student beschrijft wat een visuele beperking is.
  • De student beschrijft wat een auditieve beperking is.
  • De student benoemt het belang van de tastzin.
  • De student beschrijft wat een motorische beperking is.
  • De student reproduceert vijf voorbeelden van een beperking in het bewegingsapparaat.
  • De student reproduceert de zeven oorzaken van een motorische beperking.

Slide 2 - Tekstslide

Inleiding
  • Zintuigen zijn een belangrijk onderdeel van ons functioneren
  • Door het gebruik van de zintuigen maken we mee wat er om ons heen gebeurt, kunnen we ervaren, voelen, proeven en ga zo maar door
  • Stel je voor dat er een of meerdere van je zintuigen niet, onvoldoende of nauwelijks functioneren? 
  • Dat komt voor bij mensen met een EMB.
 

Slide 3 - Tekstslide

Zintuigen
  • We hebben vijf zintuigen: zien, horen, ruiken, voelen en proeven.
  • Tegenwoordig wordt er over zeven zintuigen gesproken
  • - Namelijk ook evenwichtsgevoel en het houding- en bewegingsgevoel
  • Al deze zintuigen zijn nodig om goed te kunnen ervaren, om te kunnen reageren en om dingen te kunnen doen. 
  • Als een van deze zintuigen niet goed werkt, wordt de functie vaak overgenomen door andere zintuigen. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is GEEN zintuig
A
Zien
B
Ruiten
C
Horen
D
Proeven

Slide 5 - Quizvraag

Zintuigelijke beperkingen
  • Veel mensen met een ernstig meervoudige beperking hebben ernstige zintuiglijke beperkingen. 
  • Dat betekent dat de zintuigen als zien, horen, ruiken, voelen en proeven ernstig beschadigd zijn. 
  • Naast dat de zintuigen niet goed werken kan ook de prikkelverwerking in de hersenen beschadigd zijn. 
  • Niet alleen het zien en het horen, maar ook andere zintuigen: de tast, het evenwichtsgevoel, het houding- en bewegingsgevoel, reuk en smaak, kunnen beschadigd zijn.  

Slide 6 - Tekstslide

Zintuigelijke beperkingen 2
  • Een zintuiglijke beperking kan aangeboren zijn of op latere leeftijd naar voor komen. 
  • Op jonge leeftijd gaat het vaak om een of andere vorm van hersenbeschadiging. 
  • Deze vormen van hersenbeschadiging kunnen ook leiden tot een verstandelijke beperking. 
  • Dit verklaart dan ook het regelmatig samengaan van deze beperkingen

Slide 7 - Tekstslide

Visuele en auditieve beperking

Slide 8 - Tekstslide

Visueel en auditieve beperking
  • Mensen met EMB kunnen een visuele beperking hebben en ook tegelijkertijd een auditieve stoornis. 
  • Een beperking in de visus kan zijn dat mensen volledig blind zijn. Het kan ook zijn dat ze slechtziend zijn
  • Voor auditieve beperking geldt dat mensen geheel doof kunnen zijn, het kan ook zijn dat ze slechthorend zijn
  • De oorzaak van een visuele en of auditieve stoornis ligt bij mensen met EMB vaak in een beschadiging in de hersenen of een ziekte die dit veroorzaakt. 

Slide 9 - Tekstslide

Visuele beperking
  • = dat het zicht of het zien in enige mate beperkt is. 
  • Dit varieert van verminderd zicht in één of beide ogen (slechtziendheid) tot substantieel onherstelbaar zichtverlies in beide ogen (blindheid)
  • Sommige mensen hebben beperkte of geen gevoeligheid voor (bepaalde) kleuren (kleurenblindheid), of een vergrote gevoeligheid voor felle kleuren. 
  • Deze verschillen in perceptie van kleuren en helderheid kunnen losstaan van scherp zien. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Auditieve beperking
  • = het gehoor in enige mate beperkt
  • Onder meer slechthorendheid (verminderd gehoor bij één of beide oren) en doofheid (volledig gehoorverlies bij beide oren) zijn auditieve beperkingen. 
  • Sommige mensen met een auditieve beperking kunnen geluid horen, maar zij horen niet altijd genoeg om spraak te begrijpen. 
  • - Vooral wanneer er (veel) achtergrondgeluid is, kan dit voor problemen 
           zorgen. 

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer ben je "slechthorend"?
A
Goed gehoor rechter oor
B
Verminderd gehoor beide oren
C
Verminderd gehoor linker oor
D
Geen gehoor echter oor

Slide 13 - Quizvraag

Tastzin

Slide 14 - Tekstslide

Tastzin
  • De tastzin kan al beperkt worden door verslapping in de spieren
  • Diverse aandoeningen verminderen ook de tastzin
  • De tastzin is een belangrijk zintuig
  • Zeker voor mensen met EMB die functioneren op een ontwikkelleeftijd van rond de 2 jaar. 

Slide 15 - Tekstslide

Tastzin 2
  • De combinatie van geluid en de tast is vaak nodig om te leren begrijpen dat er iets is om naar op zoek te gaan. 
  • Op deze manier leer je jezelf dingen aan. 
  • Als dit beperkt wordt is het aanleren van nieuwe dingen moeilijker
  • Dit kan gestimuleerd worden door bijvoorbeeld 
       - allerlei bewegingsspelletjes, die het lichaamsbesef stimuleren
Als de tastzin er niet of nauwelijks is heeft dit dus behoorlijke gevolgen voor de ontwikkeling van de cliënt met EMB.

Slide 16 - Tekstslide

Motorische beperking

Slide 17 - Tekstslide

Inleiding
  • Een motorische beperking is een beperking aan het bewegingsapparaat
  • Deze mensen worden belemmerd in hun fysieke doen en laten en kunnen hulp nodig hebben bij hun dagelijkse handelingen zoals: 
      - eten maken, 
      - eten, 
      - wassen, 
      - aankleden,
      - douchen. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een motorische beperking?
  • Mensen met ernstig meervoudige beperkingen hebben ondersteuning nodig bij alle aspecten van het dagelijkse leven gedurende de gehele dag. 
  • Ongeveer driekwart van hen heeft ernstige motorische beperkingen
  • Deze mensen zijn immobiel.  
  • Ze zitten vaak in een rolstoel of bewegen zich voort met behulp van andere hulpmiddelen. 
  • De motorische beperkingen kunnen zeer ernstig zijn, variërend van spasticiteit aan enkele of alle ledematen tot een gedeeltelijke of gehele spierzwakte.

Slide 19 - Tekstslide

Veelvoorkomende motorische beperkingen
  • Motorische beperkingen zijn beperkingen waarbij sprake is van houdings- en bewegingsbeperking en/of beperkingen in het bewegen

 

Slide 20 - Tekstslide

Mensen met een ernstig motorische beperking zijn:
A
Immobiel
B
Promobiel
C
Inmobiel
D
Premobiel

Slide 21 - Quizvraag

 Voorbeelden van beperkingen in het bewegingsapparaat zijn:
  • Verlamming
  •  Beperkingen in de samenwerking van de spieren 
  • Ontbreken van ledematen
  • Misvorming of vergroeiing van botten en/of gewrichten
  • Spierziekten en spieraandoeningen 

Slide 22 - Tekstslide

Verlamming
  • Er kan sprake zijn van verlamming op verschillende niveaus zoals verlamming van een of meerdere ledematen. 
      - Denk aan verlamming van een arm of een been of van meerdere                             ledematen tegelijkertijd. 
  • Ook hemiplegie, dat is halfzijde verlamming valt onder een motorische beperking. 

Slide 23 - Tekstslide

Wat is "hemiplegie"
A
Verlamming been
B
Verlamming arm
C
Verlamming halve lichaam
D
Dwarslaesie

Slide 24 - Quizvraag

Beperkingen in de samenwerking van de spieren, zoals:
  • tremor: ledematen of lichaamsdelen die beven en trillen
  • matige tot ernstige ataxie: coördinatiestoornissen
  • matige tot ernstige spasticiteit: een abnormaal hoge spierspanning en een abnormaal hoge spieractiviteit, waardoor er moeilijk controle over de spieren te krijgen is
  • matige tot ernstige athetose: aanhoudende krampachtige buig- en strekbewegingen, ook lage controle over de spieren.
 

Slide 25 - Tekstslide

Ontbreken van ledematen
  • dit kan veroorzaakt zijn door een aangeboren gebrek of door amputatie 

Slide 26 - Tekstslide

misvorming of vergroeiing van botten en/of gewrichten: door bijvoorbeeld
  • reumatische aandoeningen
  • osteoporose (botontkalking)
  • heup - en rug afwijkingen en misvormingen (zoals scoliose: zijdelingse verkromming van de ruggengraat)
  • overige afwijkingen/misvormingen (zoals klompvoetje)

Slide 27 - Tekstslide

spierziekten en spieraandoeningen zoals:
  • hypotonie: verminderde spierkracht en verminderde spierspanning
  • spierontstekingen 

Slide 28 - Tekstslide

Veelvoorkomende oorzaken van motorische beperkingen

Slide 29 - Tekstslide

Veelvoorkomende oorzaken van motorische beperkingen
  • Er zijn heel wat vormen van beperkingen die een motorische beperking met zich mee brengen. 
  • Hieronder de meest bekende beperkingen die dit (mede) veroorzaken: 
         • dwarslaesie: letsel in het ruggenmerg waardoor een geheel of                                gedeeltelijke verlamming in het lichaam ontstaat
        • spina bifida: open rug
        • sclerose: aandoening van het centraal zenuwstelsel

Slide 30 - Tekstslide

Veelvoorkomende oorzaken van motorische beperkingen 2
spierziekten zoals de ziekte van Duchenne (vorm van spierdystrofie) er zijn     heel veel vormen van spierziekten
reumatische aandoeningen, er zijn ook vele vormen van reuma die                       motorische beperkingen met zich meebrengen
ziekte van Parkinson

Slide 31 - Tekstslide

Voor een EMB-cliënt houdt het hebben van een motorische beperking in dat:

  • hij hulp nodig heeft met bijna alle dagelijkse handelingen
  • er aangepaste (rol)stoelen en dergelijke nodig zijn
  • transfers met tilliften of andere hulpmiddelen noodzakelijk zijn
  • er aangepast materiaal zoals bord, bestek en beker nodig is. 

Slide 32 - Tekstslide

Hoe zou jij iemand met het hebben van een motorische beperking benaderen als begeleider?

Slide 33 - Open vraag

Opdracht 5 Zintuigelijke beperkingen
Bekijk de filmpjes en maak de daarbij horende opdrachten

Deze opdracht maak je in een groepje (4-6 personen)

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht 6: Motorische beperkingen
Beantwoord de vragen in deze opdracht

Slide 35 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
  • De student beschrijft de vijf verschillende zintuigen.
  •  De student beschrijft wat een zintuigelijke beperking is.
  • De student beschrijft wat een visuele beperking is.
  • De student beschrijft wat een auditieve beperking is.
  • De student benoemt het belang van de tastzin.
  • De student beschrijft wat een motorische beperking is.
  • De student reproduceert vijf voorbeelden van een beperking in het bewegingsapparaat.
  • De student reproduceert de zeven oorzaken van een motorische beperking. 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide