Werkwoorden eindigend op -AR (zoals 'hablar')
Persoon Vervoeging van hablar (praten)
yo hablo (ik praat)
tú hablas (jij praat)
él/ella habla (hij/zij praat)
nosotros hablamos (wij praten)
vosotros habláis (jullie praten)
ellos/ellas hablan (zij praten)